Week 4 periode 4

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Op tafel: laptop (jxarm, week 4) en je leesboek
Bureau mevr. Lingbeek

Slide 2 - Slide

Op tafel: leesboek en laptop
  1. Startvragen literaire begrippen: karakter/perspectief
  2. Uitleg en oefening troublespeech
  3. Lezen 
  4. Morgen

Slide 3 - Slide

Wat is een auctoriaal perspectief?
A
Het verhaal wordt verteld vanuit de hoofdpersoon.
B
Het verhaal wordt verteld vanuit iemand buiten het verhaal.
C
Het is een synoniem voor ik-perspectief
D
Synoniem voor hij/zij-perspectief

Slide 4 - Quiz

hij/zij-perspectief heet ook wel:
A
alwetend perspectief
B
personaal perspectief

Slide 5 - Quiz

Welke is onjuist?
Een personaal perspectief...
A
is onbetrouwbaar
B
heeft een verteller die afwezig is in het verhaal
C
vertelt vanuit hij/zij
D
staat in de ik-vorm

Slide 6 - Quiz

Als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot identificatie spreken we in de literatuur van
A
een rond karakter
B
een typetje
C
een antiheld
D
een verveel

Slide 7 - Quiz

Een naam die iets zegt over het karakter of uiterlijk van een personage, noem je....
A
flat character
B
type
C
karikatuur
D
speaking name

Slide 8 - Quiz

Troublespeech 
Probleemtoespraak 
Wat is het probleem? Hoe probeert de spreker zich uit de situatie te redden? Lukt het? 


Slide 9 - Slide

Troublespeech 
Wanneer is een troublespeech goed?
Wat zijn de beoordelingscriteria? 

Overleg met de persoon naast je.
- Schrijf drie criteria op voor de vorm
- Schrijf drie criteria op voor de inhoud 



timer
4:00

Slide 10 - Slide

Troublespeech 
Erken dat er iets fout is gegaan, maar probeer ervoor te zorgen dat dit uiteindelijk niet jouw fout is of dat er omstandigheden waren waardoor jij er niets aan kon doen. Maak van het negatieve iets positiefs. 

Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken 
Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken 




Slide 11 - Slide

Troublespeech - so in tweetallen
Kies in tweetallen (1 drietal) een trouble uit en schrijf en presenteer jullie troublespeech (31 mei)



Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken 
Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken 




Slide 12 - Slide

Troublespeech - so in tweetallen
Kies in tweetallen (1 drietal) een trouble uit en schrijf en presenteer jullie troublespeech (31 mei)

*jullie waren leiders van de opstand

Slide 13 - Slide

Troublespeech - so in tweetallen
Kies in tweetallen (1 drietal) een trouble uit en schrijf/presenteer jullie troublespeech. 

*jullie als directieteam

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Lezen!
Denk na over de eventuele trouble...
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Morgen
In het Huis van het Boek krijgen jullie een workshop over schrijven met een ganzenveer en over hoe een drukpers werkt. Jullie krijgen ook een rondleiding door het museum. Jullie gaan  op eigen gelegenheid naar het museum. Het adres is: Prinsessegracht 30. Ik verwacht jullie daar tussen 08:30 - 08:50. 


Les: herhaling argumentatie + oefenen (je hoeft geen KERN mee)

Slide 19 - Slide

Pen/papier + KERN op tafel
Bureau mevr. Lingbeek

Slide 20 - Slide

Agenda: pen/papier of laptop op tafel

  1. Uitleg opdracht
  2. Wat weten we nog?
  3. Volgende week  

Slide 21 - Slide

Jongerenrechtbank
01:14
07:19
09:53

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Opdracht - deel 1
Je schrijft een kort betoog. Wat is voor jou het belangrijkste in de klas (normen/waarden)? Dit is je standpunt.

Prestatie / conformiteit / autonomie/ sociaal gevoel

Denk hier even over na en wissel uit met je buur



timer
4:00

Slide 24 - Slide

Opdracht - deel 2
Je schrijft een kort betoog. Wat is voor jou het belangrijkste in de klas (normen/waarden)? Dit is je standpunt.

Vervolgens leg je uit waarom dit zo is met tenminste 2 argumenten (noteer in de kantlijn ook of het neven- of onderschikkende argumentatie is)

Ook verwerk je 1 tegenargument + een weerlegging. 

Slide 25 - Slide

Argumentatie (periode 3)

Slide 26 - Mind map

Opdracht 
Je schrijft een kort betoog. Wat is voor jou het belangrijkste in de klas (normen/waarden)? Dit is je standpunt.

- Vervolgens leg je uit waarom dit zo is met tenminste 2 argumenten (noteer in de kantlijn ook of het neven- of onderschikkende argumentatie is)
- Ook verwerk je 1 tegenargument + een weerlegging. 

Klaar?
Werken aan je so (troublespeech)
Starten tekst 3 KERN

Slide 27 - Slide

Volgende week
Vragen op basis van vorm - stappenplan

Examentekst

Slide 28 - Slide

timer
1:00
Hulp?
Buur
LessonUp
Stappenplan
Docent
 

Klaar?
Lees alvast de informatie op blz. 240/241. Start alvast met een stappenplan voor dit hoofdstuk (vragen vorm) 

Opdracht 
Lees de tekst op blz. 236/237. Maak de vragen die je nog niet hebt gemaakt in de vorige les.
Gebruik je stappenplan

Slide 29 - Slide