Je kent de kenmerken van een markt van volkomen concurrentie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Volkomen concurrentie
Je kent de kenmerken van een markt van volkomen concurrentie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
01:51
Welke marktvorm hoort bij de sociale media zoals op dit filmpje?
Slide 3 - Open question
In Zwolle zijn veel kleine koffiebarretjes, elk met hun eigen sfeer, speciale koffiesoorten en unieke menu’s. De bedrijven concurreren op kwaliteit, maar de prijzen zijn ongeveer vergelijkbaar.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 4 - Quiz
Boeren verkopen aardappelen op een markt. Alle aardappelen zijn van dezelfde kwaliteit, en geen enkele boer kan de prijs beïnvloeden. De prijs wordt volledig bepaald door vraag en aanbod.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 5 - Quiz
In Nederland zijn slechts een paar grote bedrijven actief in de verkoop van benzine, zoals Shell, BP en Total. Deze bedrijven reageren vaak op elkaars prijsveranderingen.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 6 - Quiz
Leg uit of tankstations homogeen of heterogeen zijn.
Slide 7 - Open question
Volkomen Concurrentie
Veel vragers, Veel aanbieders
homogeen product (Graan, Melk, Aardappels,...)
Transparante markt
Vrije toe- en uittreding
!Individuele aanbieder geen invloed op verkoopprijs!
Andere naam: hoeveelheidsaanpasser
P = MO = GO
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Leg uit waarom een aanbieder bij volkomen concurrentie geen invloed heeft op zijn verkoopprijs
Slide 10 - Open question
Waarom geen invloed op de prijs?
Stel: er zijn 1000 boeren die aardappels aanbieden. Het aanbod is dus super groot!
De prijs die een boer krijgt is €0,20 per kilo.
Eén enkele aanbieder kan geen 21 cent gaan vragen, want dan verkoopt hij niets. Hij volgt de prijs op de markt en heeft er geen invloed op.
Slide 11 - Slide
Maximale winst
Zolang MO > MK, dan stijgt de winst
MO = MK is het omslagpunt, hier is de winst dus maximaal
MK > MO dan neemt de winst af.
Met behulp van MO = MK bepaal je de hoeveelheid die een bedrijf gaat aanbieden als de winst maximaal is
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Winst?
Stel: een boer maakt winst bij de productie van aardappels: dit lokt nieuwe boeren uit aardappels te telen.
Gevolg: meer aanbod van aardappels.
De aanbodlijn verschuift naar rechts, waardoor de prijs daalt. (Meer aanbod is lagere prijs, duh)
Slide 14 - Slide
Gevolg: winst daalt
Slide 15 - Slide
Oefenen: opdracht 2, 3, 4 en 5
Pagina 31.
Snap je 2 niet? Kijk dan het filmpje op de volgende slide, of vraag mij.
Klaar? Ga verder met vraag 6 en 7.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Hoe hoog is de verkoopprijs van dit product?
A
120
B
40
C
150
D
500
Slide 18 - Quiz
Bij welke hoeveelheid is de winst maximaal?
A
40
B
100
C
150
Slide 19 - Quiz
Geef zoveel mogelijk kenmerken van een markt van volkomen concurrentie.