Nieuwsbegrip week 2_B_James Webb onderweg naar zijn plek in de ruimte
1 / 22
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe belangrijk vind jij het dat we meer te weten komen over het heelal?
Heel belangrijk
Niet belangrijk
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Slide
Bewering 1: De spiegel van James Webb bestaat uit 18 zeshoeken, die uitgeklapt zo groot zijn als een tennisveld.
waar
niet waar
Slide 5 - Poll
Bewering 2: De Hubble-telescoop is de opvolger van James Webb.
waar
niet waar
Slide 6 - Poll
Bewering 3: Met James Webb kunnen alleen sterren en planeten binnen ons zonnestelsel bekeken worden.
waar
niet waar
Slide 7 - Poll
Bewering 4: Canada, Europa en de VS hebben samen aan de telescoop gewerkt.
waar
niet waar
Slide 8 - Poll
Bewering 5: Astronauten kunnen de James Webb-telescoop bezoeken om hem te repareren.
waar
niet waar
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Link
A
het onderdeel van een raket dat achterblijft op een planeet
B
het onderdeel van een raket dat wordt vernietigd
C
het onderdeel van een raket waar de motor zit
D
het onderdeel van een raket waar mensen of spullen in vervoerd worden
Slide 11 - Quiz
A
Zuid-Amerika
B
Capsule
C
Scheuren
D
Spannend
Slide 12 - Quiz
A
De James Webb-telescoop gaat nooit kapot en hoeft niet gerepareerd te worden
B
De James Webb-telescoop kan de Hubble-telescoop zien.
C
De James Webb-telescoop staat op een afstand die niet te bereiken
is door astronauten.
D
De James Webb-telescoop wordt na tien jaar weer uit de ruimte
gehaald.
Slide 13 - Quiz
A
Hoe is de nieuwe telescoop aan zijn naam gekomen?
B
Hoe lang blijft de nieuwe telescoop in de ruimte?
C
Waarvoor wordt de nieuwe telescoop gebruikt?
D
Welke landen hebben er samengewerkt aan de nieuwe telescoop?
Slide 14 - Quiz
A
Als dat zo is, is er misschien leven op die planeet.
B
Dan is er geen leven mogelijk op die planeet.
C
Dan hoeven wetenschappers dat niet te onderzoeken.
D
Als dat zo is, dan kunnen er astronauten naar die planeet.
Slide 15 - Quiz
A
de afstand
B
de richting
C
de snelheid
D
de temperatuur
Slide 16 - Quiz
Wat betekent 'de doorsnede'
A
het gemiddelde
B
de afstand van een punt op de rand van een cirkel tot het punt
er tegenover
C
het snijvlak als je iets doormidden snijdt
D
de open deur
Slide 17 - Quiz
A
als laatste zin van de inleiding
B
als eerste zin van het stukje: Nog even wachten (r. 35)
C
als laatste zin van het stukje: Nog even wachten (r. 38)
D
op geen van deze plekken
Slide 18 - Quiz
Wat betekent 'afstellen'
A
instellen zodat het goed werkt
B
iets vooruit schuiven in de tijd
C
het tegenovergestelde van opstellen
D
monteren
