Afsluiting verzorgingsstaat en pluriforme samenleving

Afsluiting 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afsluiting 

Slide 1 - Slide

Vandaag

  • Instructie   toetsvoorbereiding
  • Wat weet je nog/al...?

Slide 2 - Slide

Instructie toetsvoorbereiding 
  •  Verzorgingsstaat
  •  Pluriforme Samenleving

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Verzorgingsstaat = Een staat waarin de overheid voor haar burgers zorgt, hen een bestaansminimum garandeert. ​

Slide 5 - Slide

Wat zijn de vier functies van de verzorgingsstaat?

Slide 6 - Open question

Voor wie is de verzorgingsstaat?
A
Voor alle mensen die geld nodig hebben
B
Voor alle burgers
C
Voor alle mensen die werkloos zijn
D
Voor alleen de mensen die onder het minimumloon zitten

Slide 7 - Quiz

Solidariteit is:
A
Mensen accepteren ook al hebben ze andere waarden dan jij
B
Altijd zo veel mogelijk mensen het ergens mee eens laten zijn
C
De ultieme middenweg tussen politiek links en rechts
D
Gevoel van saamhorigheid en samen consequenties dragen

Slide 8 - Quiz

Wat is geen gebied waaruit de verzorgingsstaat werkt?
A
Veiligheid en Justitie
B
Gezondheidszorg
C
Onderwijs
D
Sociale zekerheid

Slide 9 - Quiz

Wat is een nachtwakersstaat?
A
Samenleving waarin men laat naar bed gaat
B
Samenleving waarin de overheid voor welzijn en welvaart zorgt
C
Samenleving waarin de staat alleen voor de openbare orde zorgt
D
Samenleving waarin de staat alleen voor het welzijn, maar niet voor de welvaart zorgt

Slide 10 - Quiz

Het inrichten van de samenleving
(Welke waarden vinden wij belangrijk?)
Hoe gaan we met elkaar om? 
Hoe financieren we collectieve voorzieningen? 
(Hoe) zorgen we voor de armen? 
Hoe gaan we om met regels?
...

rechtvaardigheid?

Slide 11 - Slide

Wat betekent
'bestaansminimum'?

Slide 12 - Mind map

Uit welke drie mechanismen bestaat de welfare triangle?

Slide 13 - Open question

markt
overheid
particulier initiatief
Welfare triangle hulp en inkomsten produceren en verdelen

Slide 14 - Slide

Voor welk mechanisme van de welfare triangle hebben de liberalen de voorkeur?
A
overheid
B
particulier initiatief
C
markt

Slide 15 - Quiz

welke waarde past het beste
bij het mechanisme
OVERHEID?

Slide 16 - Mind map

Verzorgingsstaat
Staat zorgt voor haar burgers.
Voorzieningen kosten geld
Hoe betalen we dat? 
Wat betaalt de overheid (d.m.v. belastingen)?
Wat betaal je zelf?
>>> voorbeeld eigen risico

Slide 17 - Slide

markt
liberale verzorgingsstaat
overheid
sociaal-democratische verzorgingsstaat
particulier initiatief
conservatiefcorporatistische verzorgingsstaat
Welfare triangle hulp en inkomsten produceren en verdelen

Slide 18 - Slide

In welk type verzorgingsstaat staat het GEZIN centraal?
A
sociaaldemocratische verzorgingsstaat
B
liberale verzorgingsstaat
C
conservatiefcorporatis-tische verzorgingsstaat
D
alledrie

Slide 19 - Quiz

Functies van onderwijs in de verzorgingsstaat

  1. Ontplooiing
  2. Kwalificeren
  3. Socialiseren
  4. Bevorderen van gelijke kansen 

Slide 20 - Slide

Participatiesamenleving
Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
Troonrede 2013
2 fragmenten >>>>

Slide 21 - Slide

De toekomst van de verzorgingsstaat?

Slide 22 - Slide

H3 Verzorgingsstaat
  1. Wie moet er helpen (overheid, markt, particulier initiatief)?
  2. Functies van de verzorgingsstaat
  3. Wat is echt noodzakelijk (bestaansminimum)?
  4. Belang van het onderwijs
  5. Zo kan het ook: internationale vergelijking
  6. Is er toekomst voor de verzorgingsstaat?

Slide 23 - Slide

pluriforme samenleving = een samenleving met allemaal 'verschillende' (waarden, normen, achtergronden, levenswijzen) mensen 

Slide 24 - Slide

Pluriforme Samenleving
A
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
B
Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
C
Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
D
De waarde, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Slide 25 - Quiz

Welk voorbeeld past goed bij de participatiesamenleving?
A
Mensen moeten hard en lang werken in fabrieken en mijnen
B
Als je in de bijstand komt, krijg je meer dan genoeg geld om van rond te komen
C
Iedereen moet voor zichzelf zijn eigen AOW betalen
D
Bij je oma langsgaan om boodschappen voor haar deur te zetten

Slide 26 - Quiz

pluriforme samenleving:
wat weet je nog?
associaties?

Slide 27 - Mind map

Niet aanpassen aan dominante cultuur, sterk gescheiden van dominante cultuur.
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregratie

Slide 28 - Quiz

In vogelvlucht...
  • Wie ben ik (identiteit) en waarom (socialisatie)? 
  • Wie zijn wij (culturen)? 
  • Hoe zijn we pluriform geworden (vormen van migratie)? 
  • Wat zijn onze overeenkomsten
    en verschillen? 
  • Hoe leven we met elkaar samen?
     sociale cohesie

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Nu: de GROTE IM quiz
Ga naar socrative.com
Kies voor student
(teams)

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide