3M Phrases-clés chapitre 1-2-3

Oefentoets schrijven
3M Phrases-clés 
Grandes Lignes (6e editie)
Chapitre 1-2-3
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets schrijven
3M Phrases-clés 
Grandes Lignes (6e editie)
Chapitre 1-2-3

Slide 1 - Slide

Présente-toi en français!

Slide 2 - Mind map

Verschillende oefeningen:
Exercice 1: Kies het juiste antwoord.
Exercice 2: Geef antwoord in het Frans.
Exercice 3: Vertaal in het Frans.
Exercice 4: Combineer e zinnen.

BONNE CHANCE!

Slide 3 - Slide

Exercice 1
Kies het juiste antwoord.

Slide 4 - Slide

Kies het juiste antwoord:
Pourquoi c'est ton meilleur ami?
A
Je suis des personnes connues.
B
Non, je ne suis pas de stars.
C
Parce qu'il est drôle.
D
Je déteste ranger ma chambre.

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Tu as Instagram?
A
Non, j'ai Instagram.
B
Oui, voilà mon compte.
C
Parce qu'il est drôle.
D
C'est Bienvenue01!

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Qu'est-ce que tu fais d'autre?
A
Parce que je suis sportif
B
Parce que c'est super.
C
C'est Skam.
D
Je regarde des séries sur internet.

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Qu'est-ce que tu aimes faire?
A
Je déteste aller au cinéma.
B
Je n'aime pas ranger ma chambre.
C
J'aime faire du foot.
D
Parce que c'est difficile.

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
C'est un train direct?
A
Non, il faut changer à Lille.
B
Non, c'est un train direct.
C
Oui, il faut changer à Lille.
D
Oui, c'est un train direct.

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Tu es en vacances ici?
A
Oui, ça coute 15 euros.
B
Pas mal, il y a une piscine.
C
Oui, je suis à l'hôtel La mer.
D
Le petit-déjeuner est très bon.

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Tu suis aussi des stars?
A
Oui, je suis des personnes connues.
B
Parce qu'il est sympa.
C
Mon meilleur ami, c'est Nico.
D
J'ai rencontré mon ami au club de tennis.

Slide 11 - Quiz

Exercice 2
Beantwoord de vragen in het Frans.

Slide 12 - Slide

Beantwoord in het Frans:
Qui est ton meilleur ami? (Max)

Slide 13 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Tu publies beaucoup de photos?

Slide 14 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Qu'est-ce que tu fais le weekend?
('s ochtends, naar de stad gaan)

Slide 15 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Qu'est-ce que tu fais le weekend?
('s middags, muziek luisteren)

Slide 16 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Pourquoi tu aimes ça? (super)

Slide 17 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Quelle est ta série préférée? (Lupin)

Slide 18 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Tu vas où? (Paris, bus)

Slide 19 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Ça coute combien? (20 euro)

Slide 20 - Open question

Beantwoord in het Frans:
Tu pars à quelle heure? (deux heures)

Slide 21 - Open question

Exercice 3
Vertaal de zinnen in het Frans.

Slide 22 - Slide

Vertaal:
Er is een ijsbaan tegenover.

Slide 23 - Open question

Vertaal:
De auto is te klein.

Slide 24 - Open question

Vertaal:
Mijn bed is comfortabel.

Slide 25 - Open question

Vertaal:
Ja, dat is verplicht.

Slide 26 - Open question

Vertaal:
En daarna?

Slide 27 - Open question

Vertaal:
Ik vind het leuk om te sporten.

Slide 28 - Open question

Vertaal:
Ik ken hem al vijf jaar.

Slide 29 - Open question

Vertaal:
Dit is mijn account.

Slide 30 - Open question

Exercice 4
Combineer de Nederlandse met de juiste Franse zinnen.

Slide 31 - Slide

We spelen graag samen online.
'S ochtends slaap ik uit.
Omdat ik graag buiten ben.
Parce que j'aime être dehors.
Le matin, je fais la grasse matinée.
On aime jouer en ligne ensemble.

Slide 32 - Drag question

Hoe vind je het?
Waarom is het je beste vriend?
Hoe lang duurt de reis?
Le voyage dure combien de temps?
Pourquoi c'est ton meilleur ami?
Comment tu le trouves?

Slide 33 - Drag question