H4 taalverzorging grammatica meewerkend voorwerp 1e les 2Z

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blik-agenda
  • Laptop (dicht) - als je schrijfdossier wilt afronden












1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blik-agenda
  • Laptop (dicht) - als je schrijfdossier wilt afronden












Slide 1 - Slide

Maandag 21 maart:
  • H4, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)
  • H3, taalverzorging (form.): opdr. 1 t/m 3 (blz. 82/83)

















Huiswerk

Slide 2 - Slide

Maandag 28 maart:
  • Taalverzorging H3 en H4 (2x)


Toets

Slide 3 - Slide






H4 Taalverzorging (grammatica)


H3 Taalverzorging (formuleren)















Na de lessen deze week...

  • kun je het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

  • kun je verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Doel

Slide 4 - Slide

  • Schrijfdossier
  • Lijdend voorwerp

Vorige les

Slide 5 - Slide




1. Zoek de persoonsvorm (vraagproef of tijdproef).

2. Zoek het onderwerp (wie of wat + pv?).

3. Zoek het gezegde.

4. Zoek het lijdend voorwerp (wat/wie + gezegde + onderwerp?).
Het lijdend voorwerp (lv)

Slide 6 - Slide

persoonsvorm
gezegde
lijdend voorwerp
onderwerp
De docent
geeft
uitleg over grammatica.

Slide 7 - Drag question

Je kunt het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

Doel

Slide 8 - Slide

  • Wat valt je op aan het meewerkend voorwerp?

  • De politie geeft vaak een boete aan fietsers.
  • Het meisje brengt haar paard elke dag vers hooi.
  • De docenten geven de diploma's aan de leerlingen.
Meewerkend voorwerp

Slide 9 - Slide

  • Het meewerkend voorwerp ontvangt altijd. 
  • De woorden 'aan' of 'voor' staan er al, 
  • of kun je erbij denken.

  • De docent geeft de leerling uitleg.
  • De docent geeft uitleg aan de leerling.

Meewerkend voorwerp

Slide 10 - Slide

  • De politie geeft boetes aan fietsers. 
  • aan wie + gez. + ow + lv?

  • Aan wie geeft de politie boetes?
  • aan fietsers
Het meewerkend voorwerp (mv)

Slide 11 - Slide




1. Zoek de persoonsvorm (vraagproef of tijdproef).

2. Zoek het onderwerp (wie of wat + pv?).

3. Zoek het gezegde.

4. Zoek het lijdend voorwerp (wat/wie + gezegde + onderwerp?).



5. Zoek het meewerkend voorwerp (aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?).
Controleer of je aan kunt weglaten of kunt toevoegen.
Het meewerkend voorwerp (mv)

Slide 12 - Slide

gezegde
persoonsvorm
lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp
De docent
geeft
uitleg over grammatica
aan de leerlingen.

Slide 13 - Drag question

meewerkend voorwerp
Het meisje
al
had
de uitnodigingen voor het feest
aan de hele klas
gegeven.

Slide 14 - Drag question

meewerkend voorwerp
Haar moeder
een lange preek.
gaf
haar

Slide 15 - Drag question

Je kunt het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

Doel

Slide 16 - Slide




Wat?
  • H4, taalverzorging (grammatica): opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)
  • Schrijfdossier afmaken en inleveren

Hoe?
  • Boek + schrift of laptop







Klaar?
  • Nakijken
  • H3, taalverzorging (formuleren): opdr. 1 t/m 3 (blz. 82/83)
  • Extra werkblad lv of mv
Aan het werk

Slide 17 - Slide






Na deze les...
  • kun je het meewerkend voorwerp in een korte zin vinden. 


Doel

Slide 18 - Slide

Ik geef _________________ chocola.

Vul een meewerkend voorwerp in.

Slide 19 - Slide

Volgende les

Maandag 14 maart:
  • Inleveren schrijfdossier (3x)

Maandag 21 maart:
  • H4, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)
  • H3, taalverzorging (form.): opdr. 1 t/m 3 (blz. 82/83)







Slide 20 - Slide