H2A Nederlands - les 1C

Plattegrond H2A
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Plattegrond H2A

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode #
  • Thema:
  • Benodigde lesmaterialen:
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Les 1A...
Les 1B..



Les 1C..
Les 1D..
Les 1E...
Les 2A..
Les 2B...
Les 2C
Les 2D
Les 2E

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in je tas en in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Kern oefen- en handboek, laptop, schrift, etui 

Eerst invoeren in LessonUp: whbiw

Slide 3 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen

Slide 5 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Welk doel past het best bij een verhalende tekst?
A
activeren
B
overtuigen
C
vermaken
D
instructie geven

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk doel past het best bij een informerende tekst?
A
evalueren
B
delen van een persoonlijke ervaring
C
overtuigen
D
instructie geven

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk doel past het best bij een waarderende tekst?
A
overtuigen
B
verklaren
C
beschrijven
D
uitleggen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Even herhalen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. Huiswerk nakijken
2. Start met hoofdstuk 1c
3. Opdrachten

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. R Je weet uit welke onderdelen een tekststructuur bestaat en welke verbanden in een tekst kunnen voorkomen.
  2. T1 Je kunt de structuur en de verbanden in een tekst herkennen.
  3. T2 Je kunt de structuur van en de verbanden in een tekst uitleggen.
  4. I Je kunt zelf een goed gestructureerde tekst schrijven die past bij een gegeven onderwerp en tekstdoel.


Slide 24 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat is een alinea?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welke structuur in drie delen kom je in bijna elke tekst tegen?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een voorbeeld van een signaalwoord. Welk verband hoort erbij?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Geef nog twee voorbeelden van verbanden die je in een tekst kunt tegenkomen.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

De inleiding
De eerste een of twee alinea's:

- Aankondiging van het onderwerp
- De aandacht trekken van de lezer

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Het middenstuk (de kern)
Het grootste deel van de tekst met de meeste alinea's van de tekst.
In de kern kan het volgende staan:
- achtergrondinformatie
- voorbeelden
- argumenten bij een mening
- meningen van anderen op een rijtje

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Het slot
Het slot vind je in de laatste alinea.

In slot kun je het volgende lezen:
- een samenvatting
- een conclusie
- een uitsmijter

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

De verbanden in een tekst
Een overzicht van de verschillende verbanden en signaalwoorden vind je op blz. 52 van het handboek.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak opdracht 3 t/m 5, blz. 14 van het oefenboek.
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift.

Opdracht 6 en 7, blz. 14/15, maak je thuis voor vrijdag 27 september.

Slide 33 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 34 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 35 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket

Slide 37 - Open question

This item has no instructions