4 havo leesvaardigheid cursus basis en lezen

Herhaling Basis Lezen

1. Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
2. Inleiding en slot
3. Middenstuk
4. Alinea's en kernzinnen
5. Signaalwoorden en functiewoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling Basis Lezen

1. Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
2. Inleiding en slot
3. Middenstuk
4. Alinea's en kernzinnen
5. Signaalwoorden en functiewoorden

Slide 1 - Slide

Het onderwerp van de tekst is een woord dat, of een woordgroep of zin die aangeeft waarover de tekst gaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

De hoofdgedachte is een mededelende zin of een vraag, die het belangrijkste weergeeft wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Noem vijf tekstdoelen

Slide 4 - Open question

Er zijn twee soorten titels, namelijk:
A
Activerend en motiverend
B
Informerend en activerend
C
Informerend en motiverend
D
Informerend en amuserend

Slide 5 - Quiz

H1 basis lezen
Lees de theorie op blz. 10 en 11
maken: opdr. 1, 2, 4 en 5

Slide 6 - Slide

Welke twee functies heeft een inleiding?

Slide 7 - Open question

Hoe kun je het onderwerp van de tekst niet introduceren?
A
Een of meer vragen stellen
B
Een mening formuleren
C
Een samenvatting van de tekst geven
D
Een probleem schetsen

Slide 8 - Quiz

Wat vind je niet in het slot?
A
Hoofdgedachte
B
aanbeveling
C
onderwerp van de tekst introduceren
D
conclusie/samenvatting

Slide 9 - Quiz

H2 basis lezen
lees de theorie op blz. 13
Deze opdrachten hebben wij al eens gemaakt. Vind je dit moeilijk? Kijk dan nog eens naar opdracht 2, 4, 5 en 6.

Slide 10 - Slide

Welke zeven tekststructuren zijn er?

Slide 11 - Open question

Bij een probleem-oplossingsstructuur noem je in het middenstuk het probleem, de gevolgen en de oplossing (en)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

H3 basis lezen
lees de theorie op blz. 20 en 22

Slide 13 - Slide

H4 basis lezen
blz. 24
maken opdr. 1, 2 en 5

Slide 14 - Slide

De kernzin van een alinea is de eerste, tweede of laatste zin van de alinea.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

'Om te...', 'met de bedoeling...', 'opdat', 'zodat' en 'daarvoor' zijn signaalwoorden voor
A
opsommend verband
B
oorzakelijk verband
C
doel-middel verband
D
toegevend verband

Slide 16 - Quiz

Een argument kun je herkennen aan het signaalwoord 'dus'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

De betrouwbaarheid van een tekst bepaal je onder andere aan de hand van de actualiteit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de drie belangrijkste tekstsoorten?

Slide 19 - Open question

basis H5
blz. 28
maken: opdr. 2 en 4

Slide 20 - Slide

Over welk onderdeel van deze cursussen zou je graag nog uitleg krijgen?

Slide 21 - Open question