H1.2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H1.1

Agenda

• Welkom
•  Uitleg hoofdstuk 1.2
• Bezig met de opdrachten
• Opdrachten bespreken
• Video kijken

1.2 Economie en geld

Leerdoelen:

Aan het eind van de les kan je:

• Beschrijven hoe geld is ontstaan
• Voorbeelden geven en herkennen van directe en indirecte ruil

1.2 Economie en geld 

Vroeger gebruikten mensen geen geld ze ruilden spullen:

• een kookpot voor 3 vissen
• een schaap voor 2 zakken graan

Maar ruilen was lastig:

• Wat als je geen vis lust?
• Wat als je maar 1 zak graan wilt? 

1.2 Economie en geld 

Van ruilen naar geld:

• Later gingen mensen ruilen met goud en zilver
• van goud en zilver werden munten gemaakt
• Koopmannen ruilden hun munten voor wisselbrieven 
  
• Wisselbrieven werden later bankbiljetten - het papiergeld van nu

Geld is een ruilmiddel:

alles waarmee je kunt ruilen noem je een ruilmiddel

1.2 Economie en geld 

Vroeger ruilden mensen vaak spullen tegen elkaar

• Dit noem je directe ruil: een product ruilen tegen een ander product

Nu komt dat ook nog vaak genoeg voor

Als je iets koopt of verkoopt ruil je dat voor geld

• Dit heet indirecte ruil: je gebruikt geld als ruilmiddel

1.2 Economie en geld 

Soorten geld

• Chartaal geld
• Giraal geld

Elektronisch betalen kan op allerlei manieren

Hoe:

• 5 minuten zelfstandig werken
• 10 minuten fluisterend werken

Hulp:

1. Uitleg lezen in het boek
2. Buurman/ vrouw vragen
3. Docent vragen

Wat:

Bladzijde 14 - 16

• opdracht 1 tot en met 7

Waarom:

Straks bespreken we de opdrachten. Via een rad wordt iemand gekozen

Klaar:

1. Rustig wat voor jezelf doen

Afsluiting

Volgende les: eerste deel 1.2

willemwever.kro-ncrv.nl