Landbouw was het belangrijkste
middel van bestaan. Veel mensen woonden op het platteland. De akkers waren vaak in bezit van
grootgrondbezitters. Vrije Romeinen moesten als
dienstplichtig soldaat in het leger. Tijdens die jaren konden ze niet op hun land werken. Door schulden konden rijke Romeinen dit land goedkoop overnemen.
Na de diensttijd keerden veel boeren terug en gingen als slaven op de landgoederen werken.