Grieken paragraaf 1 havo

telefoon/mobiel in tas
schriftje en pen pakken... 

1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

telefoon/mobiel in tas
schriftje en pen pakken... 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- terugblik (2min)
- leerdoel (1min)
- opdracht bespreken (7min)
- uitleg (10min)
- zelfstandig werken (15min)
- leerdoel controleren (5min)
- afsluiting (3min)

Slide 2 - Slide

terugblik
stadstaat..

hoe werd een stadstaat ook wel genoemd? 







Slide 3 - Slide

leerdoel
aan het eind van de les 
1.kan je uitleggen dat niet alle mensen die in Griekenland woonden burgerrechten hadden.

2. kan je uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruit zag.


Slide 4 - Slide

Hoe gaan we dat doel bereiken?
wat ik verwacht van jullie?
- opletten bij de uitleg/bespreking
- ik kom bij iedereen langs ivm opdrachtje
- leerdoel bespreken. let goed op!
- gezamenlijk de les afsluiten

Slide 5 - Slide

opdracht bespreken
stil zijn tijdens het bespreken...

Slide 6 - Slide

1. Wat was Griekenland 2500 jaar geleden? En hoe leefden de mensen in Nederland?


Een van de meest ontwikkelde landen in Europa. Stenen tempels en paleizen gebouwd.

Nederland leefden ze nog in hutjes van klei. 

Slide 7 - Slide

2. Welke stad staat de tempel, op welke berg? 
Akropolis in de stad Athene.

Slide 8 - Slide

3. Hoe werd de belangrijkste stad van Griekenland genoemd?


Athene

Slide 9 - Slide

4. Wat voor producten worden op de markt van de stadstaat verkocht?


brood, olijven, wijn, borden en vazen.

Slide 10 - Slide

5. Er werden o.a. vazen verkocht, archeologen vonden deze heel veel later terug. Waarom is dit een belangrijke ontdekking? 
Ze vertellen veel over de oude Grieken

Slide 11 - Slide

6. In het oude Griekenland leefden veel mensen op het (…….) maar het leven bruist vooral in de (…..)
plattenland
en
stad

Slide 12 - Slide

7. In deze stadstaten werden politieke beslissingen genomen. Hoe wordt een stadstaat ook wel genoemd? 
polis.

Slide 13 - Slide

8. Door wie werd z’n polis bestuurd en wat deden zij? Wie beslist nog meer mee? Wie mag niet mee beslissen?
Politici, zij nemen beslissingen. Gewone mannen bij vergadering aanwezig, het volk beslist mee. 

Vrouwen, slaven en buitenlanders. 

Slide 14 - Slide

9. Wat was de grootste polis? 
Athene

Slide 15 - Slide

10. Beschrijf hoe het leven van de ‘belangrijke bestuurders’ zoals politici en filosofen eruit zag. 
Namen belangrijke beslissingen. 

vrouwen verzorgden het eten.

Ze worden bediend door slaven. 

Slide 16 - Slide

Uitleg.. 
pen en papier. 

Slide 17 - Slide

Stadstaat: een stad met omringend land werd een polis genoemd. De stadstaten waren klein vaak rond 1000 inwoners. 

verschillen tussen stadstaten:


1. iedere polis had eigen bestuur en eigen wetten.

2. spraken Grieks

3. dezelfde manier van bouwen


Slide 18 - Slide

In de stadstaten bestond een grote ongelijkheid.

1. mannen met burgerrecht uit de stadstaat.
2. vrouwen
3. slaven.

Maar: qua burgerrecht waren vrouwen gelijk aan slaven.





Slide 19 - Slide

Leven in Griekse stadstaat...

Grieken leefden van: landbouw en handel. 

Taakverdeling: 
mannen: hoofd van het gezin, zorgden voor inkomen, oorlog voeren. 

vrouwen: mochten niets doen zonder toestemming, kinderen opvoeden.

Slide 20 - Slide

mini filmpje
neem de informatie goed op.

Wat valt je op? 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat valt je op? 
- in Griekenland begon de eerste grote beschaving.
- bestond uit honderden staatjes
- mannen de baas
- vrouw bleef binnenshuis
- meisjes opgevoed om huis onderhouden
- mannen wel school
- mannen meer waard 

Slide 23 - Slide

zelfstandig werken (laptop)
 - begin met paragraaf 1, hoofdstuk 2. 
- ik kom langs voor de opdracht die je moest inleveren
- je mag dopjes in 
- vragen? steek je vinger op. 
- tot 8.55/9.00 bezig gaan. 

Slide 24 - Slide

leerdoel controleren
Hadden alle mensen in Griekenland dezelfde rechten? 
Zo nee, wie wel en wie niet? 


Hoe zag het leven van Grieken in de stadstaat eruit? 
Waar leefden ze van? 
Wat deden ze de man voor werk? 
Wat deed de vrouw?

Slide 25 - Slide

afsluiting
zijn er nog vragen?
volgende week paragraaf 2. 
huiswerk? aankomende maandag paragraaf 1 af. 

Slide 26 - Slide