Verdieping: Amerikaanse verkiezingen

1 / 52
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les 1

Quiz Wie is de Amerika expert?
Spelen in 3 teams
ieder team wisbord of 3 blaadjes (a, b, c)
Winnaar: Amerikaanse hoofdprijs

aansluitend
- uitleg over waarom van dit onderwerp
- uitleg over opzet thema

Amerikaanse politieke systeem vs Nederlandse politieke systeem

lln vormen zelf tweetallen (tenzij anders gewenst) 
werkblad 1 en 3 maken (hw?)


Les 2 
Deel 2 en 3 van instructie 
hoe wordt de Amerikaanse president gekozen
Verschil tussen democraten - republikeinen

tweetallen maken werkblad 2 en 4

uitleg over debat

Les 3
Debat
docent maakt combinaties van voor- en tegenstanders

6 minuten per debat
Verdieping: Amerikaanse verkiezingen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

zondag 15 sept - vermoedelijke moordaanslag op Trump verijdeld door FBI 

Man was vermeend aanhanger van Trump die teleurgesteld was over plannen mbt Oekraïne oorlog (Trump wil einde aan  steun van Oekraïne)

Effect op verkiezingen?!
Waarom?
3 november verkiezingen in VS

VS is van groot belang voor internationale handel
VS is van groot belang voor internationale militaire acties 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Hoe verschilt het Amerikaanse politieke systeem van onze democratie in Nederland?
  • Hoe wordt in de VS een president gekozen?
  • Wie zijn de Republikeinen en Democraten?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Beoordeling 
afronding dmv debat 
beoordeling van:
  • deelname
  • argumenten (op papier inleveren)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Instructie: Amerikaanse verkiezingen (deel 1)

Hoe verschilt het Amerikaanse politieke systeem van onze democratie in Nederland?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Noem een belangrijk verschil tussen het politieke systeem in de VS en Nederland. Gebruik je eigen kennis en wat je net hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Nederland
Verenigde Staten
  • Grondwet (sinds 1848*)


  • Constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet)

  • Minister-president als hoofd van de regering

  • Koning is het staatshoofd

  • Grondwet (sinds 1787), maar elke staat heeft ook eigen wetten
  • Republiek (land zonder koning)

  • President is staatshoofd, hoofd van regering en opperbevelhebber van leger. Daarom zeer machtig.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

In de Verenigde Staten is er rekening gehouden met zoveel mogelijk vrijheid voor elke staat. Daarom heeft elke staat zijn eigen bestuur en regels.
Er kwam ook een bestuur voor alle staten samen: het federale bestuur. Aan het hoofd staat de president.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nederland
Verenigde Staten

  • Eerste en Tweede Kamer hebben wetgevende/uitvoerende functie


  • Onafhankelijke rechterlijke macht

  • Directe Tweede Kamer-verkiezingen

  • Vele politieke partijen


  • Senaat en Huis van Afgevaardigden hebben wetgevende/uitvoerende functie

  • Onafhankelijke rechterlijke macht

  • Indirecte presidentsverkiezingen


  • Twee landelijke politieke partijen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Instructie: Amerikaanse verkiezingen (deel 2)

Hoe wordt in de VS een president gekozen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wie heeft de Amerikaanse presidentsverkiezingen de afgelopen maand gevolgd?
Ja, ik heb de verkiezingen wel een beetje gevolgd.
Nee, ik heb de verkiezingen niet gevolgd.

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Je ziet hier de laatste 5 Amerikaanse presidenten. Wie is wie? Sleep de naam naar de juiste foto.
Bill Clinton
Donald Trump
George W. Bush 
Joe Biden
Barack Obama

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Welk campagnespotje (van Harris of Trump) spreekt jou het meeste aan en waarom?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Stel jij had mogen deelnemen aan de verkiezingen, op wie had je dan gestemd?
Donald Trump
Kamala Harris

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Uitleg Amerikaanse verkiezingen


Voorverkiezingen: kiesgerechtigden stemmen op de presidentskandidaat van hun partij. Op Super Tuesday stemmen al 9 staten op hun kandidaat.
Politieke partijen: Republikeinen en Democraten. Alleen deze partijen zijn landelijk erkend, maar hieronder kunnen wel kleinere partijen vallen. Er zijn ook Amerikanen die zich als "independents" (onafhankelijken) identificeren.
Indirecte verkiezingen: in de VS wordt de president niet rechtstreeks door het volk gekozen, maar via kiesmannen. Met een meerderheid van stemmen kan je dus de verkiezingen verliezen, zoals Hillary Clinton in 2016.
Kiesmannen: elke staat heeft een aantal kiesmannen die vervolgens de president kiezen. Je hebt doorgaans 270/538 kiesmannen nodig om de verkiezingen te winnen.


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Welke stelling is onjuist?
A
De kandidaat met de meeste kiesmannen wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen
B
In de VS zijn twee grote landelijke politieke partijen.
C
De kandidaat met de meeste stemmen wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen
D
Een president kan slechts eenmaal herkozen worden, tenzij hij/zij tussentijds is aangesteld.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Vind je het Amerikaanse systeem eerlijk en democratisch?
A
Ja, de kandidaat met de meeste kiesmannen wint
B
Ja, de kandidaat met het beste programma kan winnen.
C
Nee, want je kan met een meerderheid van stemmen verliezen.
D
Nee, want je kan alleen winnen als je over heel veel geld voor je campagne beschikt.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Voorbereiding debat
deel I

  • Ieder tweetal krijgt twee werkbladen met een paar vragen over de Amerikaanse verkiezingen
  • Werkblad 1 en 3
  • Ieder werkblad wordt door één leerling per groepje gelezen en gemaakt.
  • 15 minuten
  • Bewaar de werkbladen zorgvuldig

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Instructie: Amerikaanse verkiezingen (deel 3)

Wie zijn de Republikeinen en Democraten?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Actieve rol van overheid vs. Kleine rol van de overheid

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Republikeinen: rechts/conservatief, behoud wapenbezit, christelijk, gericht op economie, tegen immigratie, kleine overheid
Democraten: links/liberaal, problemen aanpakken, meer gelijkheid, aandacht voor milieu, tolerant(er) tegenover LHBTQ+

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Verbod op abortus. Het ongeboren leven moet beschermd worden.
Republikeinen
Democraten
Het privébezit op semi-automatische wapens moet onmiddelijk afgeschaft worden.
De overheid moet zorgen dat iedereen toegang heeft tot medische zorg (Obamacare).
De klimaatcrisis is een groot probleem en verduurzaming is echt nodig.
Het homohuwelijk zou niet gelegaliseerd moeten worden.
Arbeidsmigranten uit Mexico en Midden-Amerika moeten met man en macht worden tegengehouden.

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

4

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Voorbereiding debat
deel II

  • Ieder tweetal krijgt twee werkbladen met een paar vragen over de Amerikaanse verkiezingen
  • Werkblad 2 en 4
  • Ieder werkblad wordt door één leerling per groepje gelezen en gemaakt.
  • 15 minuten

  • Bewaar de werkbladen zorgvuldig

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding debat
deel III

Deel je kennis; vertel de ander welke kennis je hebt gehaald uit jouw werkbladen
Gebruik alle 4 de werkbladen
10 minuten

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding debat
deel IV

Stelling: Het Amerikaanse kiesstelsel is beter dan dat van Nederland.
Jullie standpunt wordt bepaald
Gebruik de kennis uit de werkbladen om zoveel mogelijk argumenten te formuleren.
Argumenten worden ingeleverd
50% cijfer

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat is een debat?
  • Een gesprek over een afgebakend onderwerp waarover de deelnemers het oneens zijn (voorstanders en tegenstanders). Bij een debat draait het om winnen.
  • Tijdens een debat wordt het eigen standpunt verdedigd en dat van de ander afgezwakt 
  • Doel is een derde partij/jury te overtuigen van jouw standpunt

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Hoe voer je een debat? (1)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
1. Inhoud: bij inhoud gaat het om wát je zegt.
  • Welke argumenten gebruik je?
  • Zijn het sterke argumenten?
  • Klopt je verhaal?
  • Is het feitelijk juist en logisch correct? (bronnen)

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Hoe voer je een debat? (2)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
2. Presentatie: Bij presentatie gaat het om hoe jij je debatbeurt formuleert en overbrengt.
  • Spreek je vloeiend en duidelijk?
  • Maak je goed gebruik van je taal en je stem?
  • Waar richt je je ogen op?
  • Hoe is jouw houding en hoe zijn jouw handgebaren?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Hoe voer je een debat? (3)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
3. Luisteren en anticiperen: bij luisteren gaat het om onthouden en analyseren wat er verteld is.
  • Luister je kritisch naar de tegenstanders en onthoud je wat er verteld is?
  • Kun je voorspellen wat de tegenstanders gaan zeggen en daarop inspelen (verbanden leggen conclusies trekken)?

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Debat rondes



1. opzetbeurt
2. verweerbeurt
3. slotbeurt

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Opzetbeurt
Team 1: voorstanders max. 1 min
  • inleiding met aandachtstrekker
  • schetsen probleem
  • standpunt en eigen argumenten
Team 2: tegenstanders max. 1 min
  • inleiding met aandachtstrekker
  • reageren op probleem
  • standpunt en eigen argumenten

timer
1:00

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Verweerbeurt
Team 1: voorstanders max. 1 min
  • uitbreiding eigen argumenten
  • weerlegging/aanvallen argumenten tegenstander

Team 2: tegenstanders max. 1 min
  • uitbreiding eigen argumenten
  • weerlegging/aanvallen argumenten voorstander

timer
1:00

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slotbeurt: tegenstanders beginnen
Team 2: tegenstanders max. 1  min
  • samenvatting
  • analyse belangrijkste meningsverschillen
  • waarom hebben jullie het meest gelijk?

Team 1: voorstanders max. 1  min
  • samenvatting
  • analyse belangrijkste meningsverschillen
  • waarom hebben jullie het meest gelijk?

timer
1:00

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

AUB
AUB gebruik je om je argumenten goed te onderbouwen

  • Argument: Korte zin met jouw argument (kernzin)
  • Uitleg: Waarom is dat waar en waarom is dat belangrijk?
  • Bijvoorbeeld: Voorbeeld maakt jouw argument duidelijker en overtuigender (feiten, cijfers, statistieken, onderzoeken).

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

AUB
STELLING: WE MOETEN MINDER PAPIER GEBRUIKEN
  • Argument: Om te beginnen is dat goed voor het milieu.
  • Uitleg: Door minder papier te gebruiken worden er minder bomen gekapt (= waarom waar). Ontbossing is een wereldwijd probleem. Bossen zijn niet alleen belangrijk voor CO2 maar ook voor de dieren (= waarom belangrijk).
  • Bijvoorbeeld: Zo leven er door de ontbossing bijna geen tijgers meer in Indonesië: er zijn er op dit moment minder dan 400 (concrete cijfers). Dat blijkt uit een onlangs verschenen rapport van Greenpeace (bronnen).

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Debat
tweetal voor  -  tweetal tegen
5 minuten

Slide 52 - Slide


  • waarom dit onderwerp als thema
  • hoe is thema opgebouwd