What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Die Modalverben
Es ist, wie es ist,
aber es wird,
was du daraus machst!
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Es ist, wie es ist,
aber es wird,
was du daraus machst!
Slide 1 - Slide
Programm, Dienstag 12-3-2024.
Modale hulpwerkwoorden
Ihr kennt die deutschen Modalverben und ihre Formen.
Slide 2 - Slide
Modalverben
Slide 3 - Slide
Welke soorten werkwoorden heb je in het Duits?
zwakke werkwoorden -> regelmatig (bijv. spielen, reden)
sterke werkwoorden -> lopen- liep (bijv. fahren, lesen)
onregelmatige werkwoorden, o.a.
- haben, sein, werden
-
modale werkwoorden (bijv. müssen, mögen)
Slide 4 - Slide
Wat zijn "Modalverben" of modale werkwoorden ?
> "Modalverben" zijn hulpwerkwoorden
> Ze geven een andere betekenis aan een werkwoord in de zin.
Bijvoorbeeld
:
Ik werk: ik
zal
werken, ik
moet
werken, ik
mag
werken......
De betekenis van de zin verandert.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
''Modalverben" zijn dus:
Veel gebruikte hulpwerkwoorden met een eigen betekenis
Krijgen een verandering van klank in enkelvoud
Hebben bij
ich
en bij
er sie es
géén uitgang
Slide 7 - Slide
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
willen
weten
Slide 8 - Slide
Können
dürfen
mögen
wollen
kunnen
mogen
houden van
willen
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
modale werkwoorden
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
ich
d
a
rf
kann
mag
muss
soll
will
w
eiß
du
d
a
rf-
st
kann -
st
mag -
st
muss -
t
soll -
st
will -
st
weiß -
t
er/sie/es
d
a
rf
kann
mag
muss
soll
wil
weiß
wir
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
solle -
en
woll -
en
wiss -
en
ihr
dürf -
t
könn -
t
mög -
t
müss -
t
soll -
t
woll -
t
wiss -
t
sie/Sie
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
soll -
en
woll -
en
wiss -
en
ge
-durf-
t
ge
-konn-
t
ge-
m
och
-
t
ge
-muss-
t
ge
-soll-
t
ge
- woll -
t
ge
-w
u
ss-
t
Slide 11 - Slide
.....du mir bitte helfen?
A
kannst
B
kann
C
könnst
D
können
Slide 12 - Quiz
Ich ................ heute nicht zur Schule.
A
woll
B
willt
C
will
D
wollen
Slide 13 - Quiz
........du diesen Lehrer?
A
mag
B
mögst
C
mögt
D
magst
Slide 14 - Quiz
....... du morgen zur Schule?
A
darfst
B
dürft
C
darf
D
dürfen
Slide 15 - Quiz
Tot slot: het werkwoord 'dürfen' betekent dus....
A
willen
B
mogen
C
durven
D
kunnen
Slide 16 - Quiz
Und jetzt... üben!
Übung
7
Übung
8
Seite 120
Slide 17 - Slide
lernen.goethe.de
Slide 18 - Link
More lessons like this
Modalverben
August 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
May 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
MW blok 3
November 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Die Modalverben
March 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Modalverben
February 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Die Modalverben
December 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
June 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
January 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4