U2 - les 2 - periode 1 presentatie geven

• Spaans
• WO
• Studiejaar 2

Hoy en clase

La clase anterior

Corregir los deberes

La presentación

La evaluación

La preparación para el jueves

La clase anterior

Mira las imágenes y habla con tu compañero de clase sobre las actividades en español en la clase anterior.

Corregir los deberes

Oefening 1 pág. 7:

Cómo

llamo

tú

me

Corregir los deberes

Oefening 3 pág. 7:

1. ¿Cómo te llamas? ¿Cuál es tu nombre?

2. Me llamo/Mi nombre es/Soy

3. Buenos días, buenas tardes, buenas noches

4. Adiós/Hasta luego/Hasta la vista/chao

Corregir los deberes

Oefening 8 pág. 9:

taxi, teléfono, hotel

metro, estación, televisión

Corregir los deberes

Oefening 10:

1. 5-10-15

2. 7-14-20

3. 3-6-9

4. 10-20-1

5. 4-14-13

Maak een foto van het blad over persoonlijke info en stuur op.

Vertaal/traduce al holandés:
1. Te presento a
2. Encantado/a
3. igualmente

Vertaal/traduce al español:
1. Hoe gaat het?
2. Hoe heet je?
3. Ik heet

Een goede presentatie

Overleg met je klasgenoot wat je nodig hebt om een goede presentatie te geven.

Schrijf 5 punten op in je schrift.

Wat zou jij willen vertellen in je presentatie? schrijf ten minste 5 trefwoorden op in het Nederlands.

De presentatie:

Voorblad (welkomwoord en jezelf voorstellen)

Inhoud (wat ga je vertellen)

Naam

Achternaam

Nationaliteit

Leeftijd

Geboorteplaats

Woonplaats

familie

Familie

Uiterlijk

Karakter

Beroep

Hobby’s

Lievelingsvak

Lievelingskleur

Lievelingsdier

Einde (bedankwoord)

Wat kun je vertellen in het Spaans in je presentatie over een persoon?

Presentaties

Overleg in tweetallen wat je in het Spaans kunt vertellen over een persoon.

Waarbij je onderscheid maakt: wat kun je al zeggen?

           : wat wil je nog leren?

In de volgende dia stuurt 1 persoon het op:

Ik ben tevreden over mijn antwoorden van de thuisgemaakte oefeningen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan een aantal zinnen zeggen in het Spaans voor mijn presentatie.

😒🙁😐🙂😃

La preparación para el jueves

2 de septiembre

Lr pág. 24 van je reader van je reader de vocabulaire/zinnetjes spa-ned, ned-spa

Mk oef. 20 en 21 pág. 14