Maandag 10 januari

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 
  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren 

1 / 36
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 
  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1e lesuur:
8.45 - 9.30 
Gym

Slide 6 - Slide

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Wiskunde

Slide 7 - Slide

Leerdoel
Je leert een formule op een andere manier schrijven.

Slide 8 - Slide

Gemma heeft na 16 weken .... euro gespaard.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

aantal mensen
aantal groepen
6
3

Slide 11 - Drag question

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 12 - Slide

3e en 4e lesuur:
10.30 - 12.00
Koken

Slide 13 - Slide

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Geschiedenis

Slide 14 - Slide

Lesdoel
Vandaag leer je wat het 'cultuurstelsel' inhoud.

Slide 15 - Slide

Nederland wilde aan zijn kolonie, Nederlands-Indië geld verdienen. Daarom werd in 1830 het cultuurstelsel bedacht door koning Willem I
Door het cultuurstelsel moesten de boeren 1/5 deel van hun land gebruiken om producten te verbouwen voor de Nederlandse handel.   (zie foto)
Veel mensen leefden daardoor in armoede en leden honger. 

Slide 16 - Slide

De winst van het cultuurstelsel
Het geld dat het cultuurstelsel opleverde werd in Nederland gebruikt om spoorwegen aan te leggen, kanalen te graven en bruggen te bouwen. 
De boeren zagen zelf dus niets van dit geld. 

Slide 17 - Slide

Voor wie was het cultuurstelsel erg goed?
A
de boeren in de kolonie
B
de Nederlanders

Slide 18 - Quiz

Een einde aan het cultuurstelsel. 
In 1870 mocht ineens iedere Nederlander een bedrijf beginnen in Nederlands-Indië. Deze Nederlanders hoefden zich niet aan het cultuurstelsel te houden. 
Dit betekende dat de boeren gewoon betaald konden krijgen voor hun werk. 

Uiteindelijk werden er wegen aangelegd en kwamen er scholen. 
Het doel was om te zorgen voor meer welvaart, maar de mensen begonnen zich - door hun scholing- juist af te vragen waarom hun land bestuurd werd door Nederlanders en niet door hunzelf.  Zo groeide langzaam het verzet tegen de Nederlandse macht. 

Slide 19 - Slide

Waardoor verdween het cultuurstelsel langzaam?
A
Mensen kwamen in opstand
B
De boeren konden betaald werk krijgen
C
De koning schafte het af
D
Het leverde geen geld op

Slide 20 - Quiz

Waardoor begonnen de Nederlands-Indiërs te twijfelen aan de Nederlandse macht?
A
Doordat ze meer geld hadden
B
Doordat ze minder werkten
C
Doordat ze veel leerden op school
D
Door kritiek van een schrijver

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 22 - Slide

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Burgerschap

Slide 23 - Slide

Waar denk je aan bij
het thema 'werken'?

Slide 24 - Mind map

Lesdoelen
  • Je leert welke redenen mensen kunnen hebben om te werken.
  • Je leert wat een werknemer, werkgever en ondernemer is.
  • Je leert wat de verschillen zijn tussen ondernemen en werken in loondienst.
  • Je leer wat vrijwilligerswerk is.

Slide 25 - Slide

Verschillende redenen
Veel mensen werken voor het geld, maar er zijn ook mensen die het leuk vinden om met andere mensen om te gaan. 
Denk bijvoorbeeld aan contact met collega's, klanten of leerlingen.

Slide 26 - Slide

Wat zou voor jou de belangrijkste reden zijn om te werken?

Slide 27 - Open question

In loondienst of ondernemer?
Werk je in de supermarkt? Dan is de supermarkt jouw werkgever en ben jij in loondienst. Vaak is deze supermarkt in handen van een lokale ondernemer
Je kunt er ook voor kiezen om zelf een bedrijf te starten. In dat geval ben jij ook een ondernemer, je bent dan eigen baas.

Heb je ook personeel in dienst, dan is jouw bedrijf ook werkgever.

Slide 28 - Slide

Koppel de juiste termen aan de zinnen. 
Heeft personeel in dienst:

Is eigen baas:

Verdient een vast inkomen: 
Werknemer
Werkgever
Ondernemer

Slide 29 - Drag question

Vrijwilligerswerk
Vrijwilligers krijgen niet betaald voor hun werk. Veel mensen doen dit omdat ze iets willen betekenen voor de samenleving. 

Wil je praktijkervaring opdoen tijdens een opleiding? Dan spreek je van een stage.  Dit kan betaald of onbetaald zijn.

Slide 30 - Slide

Zou jij wel eens vrijwilligerswerk willen doen?
Ja!
Misschien wel...
Nee. Ik wil geld zien.

Slide 31 - Poll

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 32 - Slide

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Afsluiting

Slide 36 - Slide