Les 4 - Herhaling - PVK

Nederlands
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Startopdracht
Herhalen persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Hoe ging het?

Slide 4 - Slide

Doel van de les

Ik kan de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de zin vinden.

Slide 5 - Slide

Instructie
Persoonsvorm
Zet de zin in de andere tijd (tt-vt). Het werkwoord dat verandert is de PV.

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin zijn het WWG.

Onderwerp
Vraag: Wie/wat + wwg? Het antwoord = het O.


Slide 6 - Slide

Stappenplan
1. Zoek de persoonsvorm. (tijd veranderen)
2. Zoek het werkwoordelijk gezegde(alle werkwoorden)
3. Zoek het onderwerp. (Wie of wat + werkwoordelijk gezegde?)

Morgen ga ik een hele dag fietsen.
Vandaag moeten we mijn oma helpen
Hebben mijn vrienden dat gedaan?

Slide 7 - Slide

Instructie
Mijn vader veegt de vloer. 
Mijn moeder heeft de telefoon opgenomen.

WIJ
Jan heeft zijn hand bezeerd tijdens de tennistraining.
De goochelaar geeft morgen een optreden.
Zij heeft vorig jaar een vissenkom aan Naomi gegeven. 



Slide 8 - Slide

Opdracht
Schrijf de persoonsvorm op.

Slide 9 - Slide

Tijdens de lunch spelen we een spel.

Slide 10 - Open question

Niels neemt de bus naar de stad.

Slide 11 - Open question

Ik lees het artikel in een tijdschrift.

Slide 12 - Open question

Opdracht
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op.

Slide 13 - Slide

Peter laat het beeldje vallen.

Slide 14 - Open question

Wij willen een mooie bos bloemen aan mijn moeder geven.

Slide 15 - Open question

De bakker heeft deze ochtend een mooie taart gemaakt.

Slide 16 - Open question

Opdracht
Schrijf het onderwerp op.

Slide 17 - Slide

De kinderen hadden dennenappels verzameld.

Slide 18 - Open question

De tovenaar betovert de kikker.

Slide 19 - Open question

Marc roert de soep met een lepel.

Slide 20 - Open question

Opdracht
Schrijf deze zin op een wisbordje.
Onderstreep de pv.
Omcirkel het wwg.
Zet een pijl bij het o.

De dokter heeft het slachtoffer medicijnen gegeven.

Slide 21 - Slide

Samenwerken
1. Lees de zin.
2. Zoek de pv (onderstrepen)
3. Zoek het wwg (kleur rood)
4. Zoek het o (kleur blauw)

Belangrijk: overleg met elkaar.
Klaar? Kom bij me. 

Slide 22 - Slide

Bespreken

We bespreken het werkblad en de klaaropdracht. 

Slide 23 - Slide

Evalueren

Slide 24 - Slide

Afsluiting

Exit-ticket invullen

Één ding...

Slide 25 - Slide