Thema 4 Platteland (Les 1 + 2)

Meander - Thema 4 Platteland
Les 1 + Les 2 + Les 4
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Meander - Thema 4 Platteland
Les 1 + Les 2 + Les 4

Slide 1 - Slide

  • Overeenkomsten en verschillen te herkennen tussen de landbouw in EU-landen.
  • Dat in Nederland tuinbouw in zowel de kassen als in de volle grond plaatsvindt.
  • Dat in de glastuinbouw het klimaat wordt gestuurd met techniek.
  • Dat boeren steeds meer produceren en dat hun afzetgebied steeds groter wordt.
In deze les leer je:

Slide 2 - Slide

  • In elk land van Europa is landbouw belangrijk, want voedsel is belangrijk. 
  • Steeds minder boeren produceren meer voedsel.
  • Wat en hoeveel boeren moeten verbouwen wordt door de Europese Unie gezamenlijk besproken.
  • Ook verteld de EU hoe de boeren voedsel moeten maken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Sojabonen worden in de Europese Unie alleen in Italië verbouwd?
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Elk land in Europa is wel bekend om een product uit de landbouw.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Italiaanse boeren verbouwen veel pasta.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

In Spanje en Griekenland worden olijven verbouwd.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Welke producten
komen er uit
Nederland?

Slide 10 - Mind map

Kies de beste omschrijving.
Een boer doet aan tuinbouw in de volle grond, als:
A
hij boontjes, winterpeen en kool verbouwt
B
hij alleen 's zomers zijn land bebouwt.
C
hij zijn producten buiten in de grond verbouwt.
D
hij zijn koeien buiten laat grazen.

Slide 11 - Quiz

De landbouw verandert:

  • Boeren produceren om producten te verkopen.
  • Door kunstmest en allerlei machines kan een boer meer verbouwen.
  • Boeren zijn zich gaan specialiseren, dat betekent dat ze nog maar één product verbouwen. Ze krijgen grotere en betere opbrengsten.
  • in de glastuinbouw (kassen) kunnen gewassen het hele jaar door verbouwd worden.
  • Bio-industrie: veeboeren richten zich op 1 product, zodat de kosten zo laag mogelijk zijn, maar de opbrengst zoveel mogelijk.

Slide 12 - Slide

Door het gebruik van kunstmest kan een boer meer produceren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Een moderne boer kan best zonder de hulp van allerlei machines
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Er zijn in Europa bijna geen boeren meer die alleen voor zichzelf produceren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een boer die zich specialiseert, gebruikt maar één soort kunstmest
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Zo weinig mogelijk produceren op een groot stuk lans, noem je bio-industrie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een boer kan niet zomaar alles verbouwen.
Met welke twee dingen heeft hij te maken?
Schrijf dat op en leg uit.

Slide 18 - Open question

Hoe noem je het gebied waaraan de boer zijn producten kwijt kan?

Slide 20 - Open question

Welk hulpmiddel gebruikt de boer om steeds meer te kunnen produceren?

Slide 21 - Open question

Op het gebied van landbouw werken veel landen in Europa al heel lang samen. Dat begon vlak na de Tweede Wereldoorlog.
  • Boeren kregen lange tijd een vaste prijs voor hun producten. Zelfs als ze veel te veel produceerden (=overproductie).
  • Later veranderde die steun. De EU zorgde dat de boer een fatsoenlijk inkomen had. De boer moest zich wel aan bepaalde regels houden.
  • Melkquotum = niet méér melk produceren dan vooraf wordt afgesproken.
  • Omdat gezond voedsel erg belangrijk is voor mensen, kwamen er op dat gebied veel regels bij.
  • Veel boeren stoppen met hun bedrijf. Het leven op het platteland verandert daardoor. De EU geeft subsidies om de traditionele landschappen te behouden.
  • EU stimuleert biologische landbouw (=producten zonder gif produceren).

Slide 22 - Slide

Hoe voorkomt de EU dat er opnieuw overschotten aan voedsel ontstaan?
Typ 2 antwoorden.

Slide 23 - Open question

Boeren gebruiken in de landbouw vaak chemische middelen. De EU heeft voor dat gebruik regels vastgesteld. Waarom?
A
omdat alle chemische middelen schadelijk zijn voor je gezondheid.
B
omdat de EU vindt dat boeren alleen nog aan biologische landbouw mogen doen.
C
omdat je door het gebruik van chemische middelen overproductie krijgt.
D
omdat de EU zo op de veiligheid en de kwaliteit van ons voedsel kan letten.

Slide 24 - Quiz

Noem de twee belangrijkste regels waaraan de boer op een biologisch landbouwbedrijf zich moet houden.

Slide 25 - Open question

Waarom geeft de EU subsidies aan de boeren om een deel van het land niet te verbouwen met voedsel?
Typ je antwoord ...

Slide 26 - Open question