2.C - Je kent de rituelen die Boeddhisten uitvoeren bij belangrijke momenten;
2.D - Je weet wat volgens Boeddhisten het doel van het leven is;
3.B - Je kunt het verschil uitleggen tussen Humanisten, Atheïsten, Agnosten en Ietsisten;
3.C - Je kunt de verschillen uitleggen tussen deze stromingen en het christendom;
3.D - Je weet wat volgens de Humanisten, Atheïsten, Agnosten en Ietsisten het doel van je leven is.