LS/STL2 P2 les 6 Una mesa libre
Les 6
- Je weet hoe je het persoonlijk
voornaamwoord als lijdend
voorwerp kunt gebruiken
- Je kan een restaurant beschrijven
- Je kent de dagen van de week in het Spaans
- Je kan zeggen in het Spaans hoe laat het is.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1
This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Les 6
- Je weet hoe je het persoonlijk
voornaamwoord als lijdend
voorwerp kunt gebruiken
- Je kan een restaurant beschrijven
- Je kent de dagen van de week in het Spaans
- Je kan zeggen in het Spaans hoe laat het is.
Slide 1 - Slide
Kennismakingsgesprek
Naam Nationaliteit
Leeftijd Studie
Hobby's Woonplaats
Talen Werk
Familie
Favoriete eten / film / land / muziek /...
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Wie/wat + ww gez + ond?
Je eet het warm.
Het bevat onder andere vlees, friet, sla.
Je eet het in Rotterdam.
Slide 4 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Is het :
mannelijk > lo meervoud > los
vrouwelijk > la meervoud > las
Slide 5 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
El café > lo tomo con azúcar.
La leche > la tomo caliente.
Los cereales > los tomo con yogur.
Las tostadas > las tomo con mantequilla.
El café no lo tomo con sal.
Slide 6 - Slide
Persoonlijk vnw als lijdend vw
Wie haalt de taart? - Rubén haalt hem.
Wie koopt de cadeautjes? - Elena koopt ze.
In het Spaans past het pers. vnw. zich aan in geslacht en getal.
¿Quién compra el pastel? Lo compra Ana.
la pizza? ¿La compras tú?
los regalos? Los compro yo
las flores? Las compra Ramón.
NB. in de ontkenning komt no voor lo, la, los, las > No los compro yo.
Slide 7 - Slide
WB tarea 5 (p41)
¿De qué hablan?
Slide 8 - Slide
Practica
MP WB p. 41, oef. 6
¿Cómo lo tomas?
Slide 9 - Slide
MP TB p. 44 Una mesa libre
6. Un restaurante para una comida de trabajo. Een restaurant voor een zakelijk etentje/bedrijfsetentje.
6.a Welk type restaurant lijkt jou het meest geschikt voor een bedrijfsetentje?
- restaurante de comida rápida
- comedor universitario/ comedor escolar
- restaurante de cocina creativa
- restaurante tradicional
- restaurante internacional
- bar de tapas
- restaurante vegetariano
Slide 10 - Slide
La semana
Los días de la semana.
¿Qué día es hoy?
Hoy es martes.
Slide 11 - Slide
MP TB p. 44
Una mesa libre
6 b Lees de teksten.
Geef bij elke omschrijving aan om welk soort restaurant het gaat.
6 c Lees de teksten nog eens. Over welke restaurant gaan deze zinnen? Geef het steeds aan.
6d In groepen. Jullie stellen je favoriete restaurant voor aan de groep.
Slide 12 - Slide
Opdrachten les 6
Maken:
MP H4
WB 1, 2, 4a, 5, 6 (pag 40-41)
WB 10, 11, 13 (pag 45)
Leren:
woordenlijst H4 p. 169, 170
t/m p. 6
