Les 5.3 7 mrt

 Today
  • Explain grammar: comparisons
  • Play Quizizz about grammar 
  • Do an exercise in the workbook
  • Work on vocabulary exercises
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Today
  • Explain grammar: comparisons
  • Play Quizizz about grammar 
  • Do an exercise in the workbook
  • Work on vocabulary exercises

Slide 1 - Slide

Please take
your notebook in
front of you

Slide 2 - Slide

Comparisons
Trappen van vergelijking
- Comparative: vergrotende trap
- Superlative: overtreffende trap
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 3 - Slide

Comparisons
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
oldest

Slide 4 - Slide

Comparisons
1.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e,
gebruik dan -r en -st.
large
larger
largest
Spellingsregels:

2.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op medeklinker + y,
gebruik dan -ier en -iest.
happy
happier
happiest

Slide 5 - Slide

Comparisons
hot
hotter
hottest
Spellingsregels:

3.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op 1 klinker (a, e, i, o, u)
+ 1 medeklinker, medeklinker verdubbelen
big
bigger
biggest

Slide 6 - Slide

Comparisons
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more
- Superlative: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 7 - Slide

Comparisons
famous
more famous
most famous
Zelfde regel geldt voor bijvoorbeeld: famous en boring
boring
more boring
most boring

Slide 8 - Slide

Comparisons
good/well
better
best
Uitzonderingen (uit je hoofd leren!)
bad/ill
worse
worst
much/many
little
more
less
most
least

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Grammar
Workbook page 14
Exercise 15

  • Complete the sentences
  • Use the correct comparison
  • Check answers

Done? Do exercise 13 & 14

Slide 11 - Slide