Opdracht 43
1 / 12
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Maak een zin met het woord: 'klagen' en gebruik een voorzetsel.
Slide 2 - Open question
Maak een zin met het woord: 'luisteren' en gebruik een voorzetsel.
Slide 3 - Open question
Maak een zin met het woord: 'gaan' en gebruik een voorzetsel.
Slide 4 - Open question
Maak een zin met het woord: 'zorgen' en gebruik een voorzetsel.
Slide 5 - Open question
Maak een zin met het woord: 'geven' en gebruik een voorzetsel.
Slide 6 - Open question
Maak een zin met het woord: 'drukken' en gebruik een voorzetsel.
Slide 7 - Open question
Maak een zin met het woord: 'wachten' en gebruik een voorzetsel.
Slide 8 - Open question
Maak een zin met het woord: 'houden' en gebruik een voorzetsel.
Slide 9 - Open question
Maak een zin met het woord: 'sparen' en gebruik een voorzetsel.
Slide 10 - Open question
Maak een zin met het woord: 'bedanken' en gebruik een voorzetsel.
Slide 11 - Open question
Maak een zin met het woord: 'genieten' en gebruik een voorzetsel.
