1HV H2 P2 De outback van Australië

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Inzoomen op Teheran

De outback in Australië

1HV

Hoofdstuk 2

Paragraaf 2

Leerdoelen

Leerdoelen

• Je kunt de ongelijke bevolkingsspreiding in Australië beschrijven en verklaren.
• Je weet wat de gevolgen zijn van de ongelijke neerslag voor het bodemgebruik en de soorten landschappen in Australië. 

Australië: lage bevolkingsdichtheid, ongelijke bevolkingsspreiding

Dichtbevolkt: oosten + zuid-oosten

Dunbevolkt: binnenland

Outback: geen akkers, wel extensieve veeteelt

Kustgebied: akkers en intensieve veeteelt

Ongelijke bevolkingsspreiding door neerslag.

(veeteelt met weinig vee per hectare)

Kustgebied: voldoende neerslag voor plantengroei            landbouw + bos

Binnenland/outback: hoe verder van zee, hoe droger.

(veeteelt met veel vee per hectare)

Kustgebieden

Outback

Grote verschillen in neerslag.

(periode met veel neerslag)

(droog gebied met grassen + lage struikjes)

Noorden: tropen met regentijd

Savanne

(landschap in tropen met grassen, bomen en struiken)

Veel droge gebieden:

Steppe

Woestijn

(droog gebied waar bijna niets groeit

A

B

C

A

B

C

Natuurlandschap

B2

(landschap dat niet door de mens is ingericht)

Ingericht landschap

(landschap dat door de mens is ingericht)

AK = beschrijven en verklaren

B4

Beschrijven: wat is ergens?

Verklaren: waarom is dat zo?

Met natuurlijke + menselijke factoren. 

Breedteligging en temperatuur:

• lage breedte: warm

B48

(ligging van een plaats ver van de evenaar (>60°)

Oorzaak 1: loodrechte zonnestralen         verwarmen kleiner oppervlak dan schuine zonnestralen

Oorzaak 2: loodrechte zonnestralen         kortere weg door dampkring            minder stofdeeltjes + wolken

(ligging van een plaats dicht bij de evenaar (<30°)

• hoge breedte: koud
  

Overleg met je buur:

Waar zal het waarschijnlijk gemiddeld warmer zijn?

1. Bangkok
2. Sydney

Zonder overleg:

Waar zal het waarschijnlijk gemiddeld warmer zijn?

1. Reykjavík
2. Kaapstad

Water in lucht om ons heen = bevroren / vloeibaar / gas

B57

Ontstaan neerslag:

1. Stijgende lucht koelt af

2. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten, gevolg: regen

(sneeuw, hagel, regen of mist)

Evenaar = altijd warm, warme lucht stijgt op, koelt af, kan minder waterdamp bevatten           stijgingsregen

B59

Gebieden met stijgingsregen herkenbaar op wereldschaal

(regen bij evenaar, ontstaat door warme lucht)

Klimaatdiagram

B72

(diagram met gemiddelde temperatuur + neerslag van plaats/gebied)

Welke klimaatgrafiek hoort bij een plaats in het tropisch regenwoud?

1. 
2. 
3. 
4. 

B77

Cultuurlandschap

(landschap dat door de mens is ingericht)

Oorspronkelijke plantengroei

Vegetatie

(natuurlijke plantengroei)

(plantengroei)