Skideutsch Lektion 4

Skideutsch Lektion 4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsBeroepsopleiding

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Skideutsch Lektion 4

Slide 1 - Slide

Programm
Aufwärmen
Methodischer Aufbau Schritt 5, 6 und 7
Après Ski Musik

Slide 2 - Slide

Ziele
Na deze sessie:
- kun je een warming up in het Duits geven en uitvoeren
- kun je Duitse woorden en zinnen noemen rondom het doen van oefeningen op de plaats
- kun je uit een Duitse instructie ophalen hoe je in woorden uitlegt hoe je met een of twee ski's aan kunt lopen
- kun je zelf een Duitse instructie geven over hoe je kunt lopen in een recht spoor of met enige richtingsveranderingen

Slide 3 - Slide

Aufwärmen

Slide 4 - Slide

Ein Auftrag geben...
Vragend:
Kannst du die/deine Knieen beugen?
Könnt ihr den/ euren Kopf von links nach rechts drehen?
Können Sie das/ Ihr ganzes Körper schütteln?

Bevelend:
Beug deine Knieen.
Dreht euer Kopf von links nach rechts.
Schütteln Sie Ihr Körper.


Slide 5 - Slide

Wortschlange
Schritt 5: Gleichgewichtübungen am Stand
Woran denkt ihr dann?

Slide 6 - Slide

Schritt 6 und 7
6: Gehen in gerader Spur
7: Gehen mit leichten Richtungsänderungen

Wie kann man das erklären an einer Gruppe?

Slide 7 - Slide

Aufgabe
- Jullie krijgen zo een filmpje te zien van een Skitutorial.
- Bekijk/beluister deze instructie en schrijf ondertussen kernwoorden op.
- Na het filmpje bespreken we wat jullie hebben opgeschreven.
- Passen de woorden bij jullie eerder gegeven Nederlandse uitleg?


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aufgabe
- Schrijf een aantal woorden over uit het schema dat op het scherm wordt geprojecteerd.
- We bekijken/ beluisteren het filmpje nogmaals.
- Zodra jij een woord hoort dat jij op jouw blad genoteerd hebt, streep je dat weg. 
- Degene die als eerste alle woorden weggestreept heeft, heeft BINGO 

Slide 10 - Slide

Aufgabe
Maak nu, op basis van je eigen kennis, het filmpje én de hulpwoorden een eigen instructie voor Schritt 6 und 7.
Begin je opdracht met een vraag (kannst du/ könnt ihr/ können Sie) of met een bevel. 

Slide 11 - Slide

Musik!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video