Mijn = een bezittelijk voornaamwoord.
- mijn fiets, mijn telefoon
- Ik geef het aan mijn broer.
Mij = een persoonlijk voornaamwoord.
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken.
- Die fiets is van mij. / Wil je mij wat vragen?