transport door membranen

Wat gaan we doen  
uitleg diffusie en osmose  
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen  
uitleg diffusie en osmose  

Slide 1 - Slide

Welke celorganellen zitten in een dierlijke cel? Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Celkern
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 2 - Quiz

Uitleg diffusie
Wat is dat eigenlijk?

Waarom gebeurt dat?

Slide 3 - Slide

Diffusie

Slide 4 - Slide

Diffusie

Slide 5 - Slide

Hoe versnel je diffusie?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

biologie - osmose en diffusie

Slide 8 - Slide

Diffusie door permeabel membraan
voor                               na

Slide 9 - Slide

 Osmose door een semipermeabel membraan  
voor                               na

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is het verschil tussen osmose en diffusie?

Slide 12 - Open question

osmose dierlijke cel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Osmose bij planten.

Slide 15 - Slide


Slide 16 - Open question

antwoord vraag 25
(maximumscore 2) Uit het antwoord moet blijken dat:
• de osmotische waarde van gedestilleerd water (te) laag is 1
• (waardoor door osmose) bloedcellen te veel water opnemen / knappen

Slide 17 - Slide

Osmose bij planten.

Slide 18 - Slide

Diffusie door permeabel membraan
voor                               na

Slide 19 - Slide

 Osmose 
voor                               na

Slide 20 - Slide

Osmotische waarde
zegt iets over de hoeveelheid opgeloste deeltjes in het oplosmiddel

Slide 21 - Slide

Membranen zijn semi-permeabel

Slide 22 - Slide

Osmose bij dierlijke cellen

Slide 23 - Slide

Osmose bij plantaardige cellen

Slide 24 - Slide

Osmose bij plantaardige cellen

Slide 25 - Slide

Wat is de juiste definitie van osmose?
A
Verplaatsing van water door een semipermeabel membraan van lage naar hoge concentratie
B
Verplaasting van een stof van hoge naar lage concentratie door een membraan
C
Verplaatsing van water door een semi permeabel membraan van hoge naar lage concentratie
D
Verplaatsing van water moleculen

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste richting van diffusie?
A
A
B
B

Slide 27 - Quiz

De diffusiesnelheid is afhankelijk van drie factoren. Noem deze drie.
A
Afstand, stof en oppervlak
B
Oppervlak, stof en afstand
C
Oppervlak, afstand en concentratieverschil
D
Concentratieverschil, stof en afstand

Slide 28 - Quiz

Verplaatsing van zoutmoleculen van een hoge concentratie naar een lage concentratie is een vorm van
A
Osmose
B
Diffusie
C
Actief transport
D
Fagocytose

Slide 29 - Quiz

3.3 Lezen en opdrachten maken 

Slide 30 - Slide

Opdracht: Transport over het membraan
Maak opgave 42 t/m 44, 46 t/m 49, 52
Schrijf op in je schrift: Waar komt het voor en hoe gebeurt het?
  • Passief transport - kost geen energie 
        
  • Actief transport - kost wel energie
       
  • transport via blaasjes

Slide 31 - Slide

Transport over het membraan
  • Passief transport - kost geen energie 
        - bijv. diffusie en osmose
        - porie-eiwit (aquaporienen)
        - transporteiwitten
  • Actief transport - kost wel energie
        - actief transport
  • transport via blaasjes

Slide 32 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen
  • Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten. 
  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Passief transport

Slide 35 - Slide

Actief transport

Slide 36 - Slide

actief/passief transport

Slide 37 - Slide

Golgisysteem en lysosoom
transport via blaasjes

Slide 38 - Slide

De roze moleculen bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 39 - Quiz

Ik kan uitleggen hoe osmose zorgt voor stevigheid, worteldruk en celstrekking
A
helemaal, geen probleem
B
ik denk het wel, maar weet het niet zeker
C
nou, niet alles hoor
D
mwah, denk 't niet

Slide 40 - Quiz

Zuurstof gaat vanuit het longblaasje in het bloedvat dit gebeurt door:
A
actief transport
B
plasmolyse
C
osmose
D
diffussie

Slide 41 - Quiz

Welk transport
mechanisme zie
je hier:
A
Osmose
B
Actief transport
C
Diffusie
D
Geen van bovenstaande

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Video

Passief transport van deeltjes (diffusie en gefaciliteerde diffusie) is altijd....
A
met de concentratiegradiënt mee (van hoog naar laag)
B
tegen de concentratiegradiënt in (van laag naar hoog)

Slide 44 - Quiz

Diffusie kost dus geen energie. Het is dus een vorm van:
A
actief transport
B
passief transport

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Video