2022-03-08 Grieks G2

Leerdoelen:

  • Ik kan vormen van het werkwoord herkennen en vertalen




      Weektaak

      • herhalen: W t/m les 11
      • maken (vr. af) T 11, r. 16-23
      • leren: T 11
      • herhalen: gramm. 3.1-3.6










          18 maart:
          Toets Grieks t/m les 11
          Vakantiekaartjes
          Drillster: Joshua, Maxim, Lieve, Louisa
          1 / 12
          next
          Slide 1: Slide
          GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

          This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

          time-iconLesson duration is: 45 min

          Items in this lesson

          Leerdoelen:

          • Ik kan vormen van het werkwoord herkennen en vertalen




              Weektaak

              • herhalen: W t/m les 11
              • maken (vr. af) T 11, r. 16-23
              • leren: T 11
              • herhalen: gramm. 3.1-3.6










                  18 maart:
                  Toets Grieks t/m les 11
                  Vakantiekaartjes
                  Drillster: Joshua, Maxim, Lieve, Louisa

                  Slide 1 - Slide

                  Begintaak: 

                  • Log in op de LessonUp-les zónder pincode.
                  • Maak de dia's 3 t/m 10

                  Slide 2 - Slide

                  Vertaal (nummer je antwoorden):
                  1. πράττεις 2. ἐσμέν 3. πίνε
                  (Als je de betekenis van het ww niet kent, gebruik dan 'smurfen')

                  Slide 3 - Open question

                  De vorm λαμβάνω is een
                  A
                  indicativus
                  B
                  imperativus
                  C
                  infinitivus

                  Slide 4 - Quiz

                  Zet de persoonsuitgang -εις in het andere getal (mag in Nederlandse letters).

                  Slide 5 - Open question

                  De vorm ἴσθι betekent
                  A
                  jij bent
                  B
                  jullie zijn
                  C
                  jij moet zijn
                  D
                  jullie moeten zijn

                  Slide 6 - Quiz

                  Vul de juiste ww-vorm in
                  Ἐγὼ οὐ θεὸς ...
                  A
                  εἰμί
                  B
                  εἶναι
                  C
                  ἐσμέν
                  D
                  ἐστίν

                  Slide 7 - Quiz

                  Vertaal:
                  1. Oὐ βλέπετε 2. Μή βλέπετε.

                  Slide 8 - Open question


                  Wat voor vormen zijn de onderstreepte woorden?
                  ἥρωες, τοῦ γέροντος ἀκούετε.

                  Slide 9 - Open question

                  Vertaal:
                  Τὸν γέροντα τὰ τέκνα σῴζει.

                  Slide 10 - Open question



                  Pak je TB op blz. 49 + je schrift.

                  We kijken T 11, r. 9-15 na.

                  Tijd over? Vertaal T 11, r. 16-23 (moet vrijdag af zijn).

                  Vakantiekaartje?

                  Slide 11 - Slide

                  Leerdoelen:

                  • Ik kan vormen van het werkwoord herkennen en vertalen




                      Weektaak

                      • herhalen: W t/m les 11
                      • maken (vr. af) T 11, r. 16-23
                      • leren: T 11
                      • herhalen: gramm. 3.1-3.6










                          18 maart:
                          Toets Grieks t/m les 11

                          Slide 12 - Slide