Examen spreken 3JAD 22/23

Nederlands - Spreken
  • Examens Nederlands 
  • Beoordeling
  • Opbouw
  • Voorbereiding
  • Taalgebruik & lichaamstaal
  • Vragen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands - Spreken
  • Examens Nederlands 
  • Beoordeling
  • Opbouw
  • Voorbereiding
  • Taalgebruik & lichaamstaal
  • Vragen

Slide 1 - Slide

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (CE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%

Slide 2 - Slide

Voorwaarden slagen
5,5 of hoger 
Voor Nederlands, Engels en rekenen geldt een zak/slaagregeling. Deze regeling is gebaseerd op landelijke wettelijke regels.
Voor deze opleiding geldt:
Uitslagregel generieke examens Niveau 4
Van de afgeronde eindcijfers Engels (ongeacht het niveau) en Nederlands mag er één een 5 zijn.
Het andere afgeronde eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.



Slide 3 - Slide

Spreken
  • Ongeveer Twee weken voor het examen krijg je de opdracht .
  • Je presentatie duurt 10 min ( 3F) -> max 15 min.
  • Daarna worden er een aantal vragen gesteld (valt buiten de
    tijd)
  • Examinator mag 1 vraag stellen om je aan je tijd te helpen. 
  • Je moet een PowerPoint of een andere vorm van presenteren gebruiken.

Slide 4 - Slide

Beoordeling
De presentatie wordt beoordeeld op:
  • inhoud
  • structuur
  • spreekvaardigheid
  • digitale presentatie

Let ook op de tijd!

Slide 5 - Slide

Beoordeling
De presentatie wordt beoordeeld op:
  • samenhang
  • afstemming doel
  • afstemming publiek
  • woordenschat en woordgebruik
  • vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Let ook op de tijd!

Slide 6 - Slide

Opbouw
Opbouw van een presentatie:
  1. introductie (jezelf voorstellen)
  2. inleiding (introductie onderwerp, benoemen wat er behandeld gaat worden, doel van de presentatie benoemen)
  3. middenstuk
  4. slot (evt. korte samenvatting)
  5. afsluiting (publiek bedanken en gelegenheid voor vragen geven)

Slide 7 - Slide

Voorbereiding
  • Stage -> richtlijnen 2 weken voor aanvang
  • Maak een schema en schrijf niet hele zinnen uit.
  • Maak de PowerPointpresentatie.
  • Oefen je presentatie hardop.

Slide 8 - Slide

Taalgebruik & lichaamstaal
  • Formeel taalgebruik
  • Spreek duidelijk en niet monotoon
  • Normaal spreektempo
  • Voorkom veelvuldig gebruik van "zeg maar, je weet wel, eeeh, gewoon"
  • Gebruik signaalwoorden (Ten eerste, dus, kortom, enz.)
  • Actieve spreekhouding en oogcontact

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

PowerPoint (of digitale ondersteuning)
1. Begin met je PowerPoint. Deze bewerk je totdat je tevreden bent en totdat je alle punten hierin hebt verwerkt. 
2. Zorg voor een goede opbouw van dia's. Hoeveel dia's?  7 á 8. Kijk vooral in je examenopdracht. 
3. Heb je alle punten in steekwoorden (in je PowerPoint) geplaatst? Je moet immers spreken en niet voorlezen. 
4. Zijn de dia's overzichtelijk en goed qua lay-out? Probeer ook her en der een passende afbeelding te gebruiken. Heb je foto van stageplek, gebouw etc.?
5. Oefen qua tijd

Slide 11 - Slide

Tips PowerPoint
  • De digitale presentatie bevat belangrijke informatie uit de presentatie
  • Denk aan aantal woorden!
  • Zorg voor structuur (denk aan de opbouw van een presentatie)
  • Opmaak is rustig en overzichtelijk
  • Geen spelfouten


Slide 12 - Slide

Veel gemaakte 'fouten'
1. Te snel praten of te veel vertellen: dan kom je niet uit qua tijd. 
2. Lappen tekst in dia's of te weinig informatie in dia, waardoor ik niet weet bij welke punt we zijn.
3. Tekst uit het hoofd leren. Ik zie soms dat studenten een tekst uit het hoofd leren en dan soms een deel vergeten. Dan raken ze de kluts kwijt. Je moet weten wat je wilt vertellen, maar je moet het niet woord voor woord uit je hoofd willen leren. Je weet immers wel wat je wilt vertellen.
4. Afwijken spontaan van je verhaallijn...
5. Afsluiten met: "Dit was het" of "Kom ik uit qua tijd?". 



Slide 13 - Slide

opdracht
Presenteren is meer dan een pp voorlezen!

Je gaat nu een presentatie van 1 min voorbereiden.
Je mag zelf weten waarover en het moet uit het hoofd.
Doel is om enthousiast te vertellen en je publiek geboeid te krijgen.


Slide 14 - Slide

Succes!

Slide 15 - Slide