5.8 Persoonsvorm in de VT

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Ryan, Dennis, Ihabe. 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine, Shaqell, Anouk, Jara, Shurvin, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je de persoonsvorm op de juiste manier spellen in de VT.


Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Les 5.8: 
blz. 197 + 198
opdr. 17 + 18

Slide 6 - Slide

Mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag. 
0-2 goed = instructie volgen. 

Slide 7 - Slide

Vul het werkwoord in de VT in:
De kapper ...... (knippen) gisteren mijn haar.

Slide 8 - Open question

Vul het werkwoord in de VT in:
Mijn ouders ...... (verrassen) mijn broertje voor zijn verjaardag.

Slide 9 - Open question

Vul het werkwoord in de VT in:
Het kindje ...... (struikelen) over de deurmat.

Slide 10 - Open question

uitslag mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag. 
0-2 goed = instructie volgen. 

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke werkwoordsvorm verandert als je de zin in een andere tijd zet?
A
heel werkwoord
B
verleden tijd
C
persoonsvorm
D
voltooid deelwoord

Slide 14 - Quiz

TT: Ik fiets.
VT: ...

Slide 15 - Open question

TT: Loes verft mijn haren.
VT: ...

Slide 16 - Open question


VT: Hij ... (rekenen) het bedrag uit.

Slide 17 - Open question

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198
B/I: 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
30:00

Slide 19 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 20 - Slide


VT: Ik ... (koken) pasta.

Slide 21 - Open question


VT: Wij ... (zetten) de pot op tafel.

Slide 22 - Open question


VT: De ridders ... (leven) vroeger.

Slide 23 - Open question

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ......




Slide 24 - Slide