Thema 1: jouw verhaal

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Thema 1: jouw verhaal

Aankomende dia's t/m dia 10 hebben als hoofdthema identiteit 

Waar denk jij aan bij het woord identiteit?

Identiteit: alles wat je maakt tot wie je echt bent. 

Identiteit 

- Je identiteit is je persoonlijkheid.
Alles wat je maakt, tot wie je echt bent.

- Het land waar je woont, maar ook je dorp of stad
- Wat ouders vinden van dingen
- Bepaalde gebeurtenissen in je verleden
- Kun je nog iets opnoemen?
Hierna volgt een filmpje wat het woord identiteit nog eens uitlegt.

Welke eigenschappen passen bij jou?

Heb jij iets wat je zelf leuk vindt, maar een ander een beetje gek?

Jezelf aanpassen

Er kunnen redenen zijn om jezelf een beetje aan te passen.

.. jij vindt iets leuk, maar een ander niet. Dan word je daardoor beïnvloed. Durf jij jezelf dan nog te laten zien?
.. jij hebt altijd gedacht dat homoseksualiteit raar was, totdat er iemand bij je in de klas komt die homoseksueel is en je ziet dat hij ook gewoon een mens is.  

De klas

Verschillende identiteiten bij elkaar 
Verschillende persoonlijkheden bij elkaar.
Heel veel anderen en ik. 

Wat vinden we ook alweer belangrijk? Wat is er besproken tijdens KlasseDeal. Lukt dit?

Waar je vandaan komt, bepaalt ook voor een deel je identiteit. 
Uit welk land? Welke provincie? Welke stad? Of dorp?

Na deze dia volgt een link. Dit is een link naar een filmpje over verschillen tussen inwoners van provincies.

Praktische creatieve opdracht

- Maak een innerlijk en uiterlijk portret

- Verdeel het portret in 2 delen:
Ene helft is buitenkant 
Tweede helft is binnenkant  

De volgende dia's gaan over normen en waarden

Hoe ga je met elkaar om?

Wat voor de één normaal is, is voor de ander misschien wel heel gek. Het is belangrijk dat jullie met alle leerlingen uit de klas dezelfde regels maken over hoe je met elkaar omgaat.

Dit ga je leren aan de hand van:

• Normen.
  
• Waarden.

Normen

In het alledaagse leven zijn er regels die je dient te volgen, zoals niet door rood licht rijden en oogcontact maken tijdens een gesprek. Deze worden normen genoemd. Als je niet aan deze normen voldoet, kan dit reacties van anderen oproepen.

Normen zijn gedragsregels waar je je aan moet houden.

Waarden

Zaken die iemand of een groepje belangrijk vinden, noemen we waarden. Wat iemand belangrijk vindt, verschilt per persoon.

De één vindt het bijvoorbeeld belangrijk dat je een oud persoon met ''u'' aanspreekt terwijl de ander dat niet uitmaakt. Waarden zijn bijvoorbeeld respect, beleefdheid en vertrouwen.

Waarden zijn zaken die jij als individu belangrijk vindt.

Normen en waarden: theorie 

Normen en waarden

In de klas is het normaal dat je stil bent, als de docent praat. 
Dat je stil bent is de norm, we hechten waarde aan de waarde 
beleefdheid of betrokkenheid. 

Waarde is wat je belangrijk vindt, normen is het gedrag dat daar bij hoort. 

Vriendelijkheid.

Opdracht 1: Waarde of norm? 

1. norm
2. waarde

Niet op je mobiel tijdens de les.

Opdracht 1: Waarde of norm? 

1. norm
2. waarde

Een oude mevrouw helpen met oversteken.

Opdracht 1: Waarde of norm? 

1. norm
2. waarde

Eerlijkheid.

Opdracht 1: Waarde of norm? 

1. norm
2. waarde

Hoe belangrijk vind jij: betrouwbaarheid

010

Welk gedrag verwachten we dan van de ander? En wat kun jezelf doen?

Hoe belangrijk vind jij: beleefdheid

010

Welk gedrag verwachten we dan van de ander? En wat kun jezelf doen?

Hoe belangrijk vind jij: vriendelijkheid

-110

Welk gedrag verwachten we dan van de ander? En wat kun jezelf doen?

Door welke bril kijk jij ? 

Drie mannen zijn druk bezig met het metselen van een muur voor een kathedraal. Een voorbijganger, nieuwsgierig geworden, besluit te vragen wat ze aan het doen zijn. De eerste metselaar zegt: "Ik ben gewoon wat stenen aan het stapelen en verdien daarmee m’n geld voor mijn gezin" De tweede zegt: "Ik ben een muur aan het metselen, een muur voor een gigantisch groot gebouw" Maar de derde, die zegt met een stralende glimlach: "Ik ben bouw mee aan een huis waar we God ontmoeten.

Door welke bril kijk jij?

Hoe jij naar de wereld kijkt, heeft te maken met jouw identiteit. Wat vind jij belangrijk? Door welke bril kijk jij naar de wereld?

Hier gaan we over na denken en hier hoort een praktische opdracht bij. 

Waar ligt jouw focus?

- Al deze kinderen hebben bepaald voor zichzelf wat zij belangrijk vinden. Waar moet de overheid geld aan besteden?
- Wat opvalt is dat al deze kinderen iets persoonlijks hebben meegemaakt. Dit vormt je. 

Wat is voor jou een belangrijk onderwerp waar geld aan kan worden besteed en waarom?

Mensen

- allemaal een eigen identiteit, met een eigen persoonlijkheid
- allemaal met een eigen verleden
- allemaal met eigen overtuigingen
- iedereen kijkt door een andere bril naar de wereld 
--> je overtuiging of geloof speelt ook een belangrijke rol in de manier waarop jij naar de wereld kijkt 
Wat is jouw levensbeschouwing?

Opdracht

- wat houdt jou bezig?
- wat vind jij belangrijk?

- welk geloof heb jij?
- welke normen en waarden vind jij belangrijk?

- andere persoonlijke dingen die bij je horen kun je natuurlijk ook toevoegen 

Doel van deze opdracht:
Aan het einde van deze opdracht heb je nagedacht over jouw levensbeschouwing. Je gaat nadenken over wat jij belangrijk vindt en je leert jezelf beter kennen.

DOEL

Oplossingen bedenken

Bedenk voor het probleem meerdere oplossingen.

Het probleem

1. Er staat bij de tafel van de leerkracht altijd een lange rij met kinderen die iets willen vragen. Door het lange wachten krijgen kinderen hun werk niet af.

Bedenk voor het probleem meerdere oplossingen.

Het probleem

Tijdens de gymles ontstaat er een ruzie. 1 leerling is heel fanatiek en wil graag zijn best doen. Hij is daarbij soms wat gemeen in zijn taalgebruik. 

Bedenk voor het probleem, meerdere oplossingen.

Het probleem

Tijdens de instructie van de docent is het niet stil. De docent heeft al een paar keer aangegeven dat het stil moet zijn.