Klas 2KT4 Lesweek 35 - les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Kapitel 6: Freizeit

Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Handy in deine Tasche.

Auf deinem Tisch liegen: 

dein Buch, dein Heft, dein Etui

deutscher Donnerstag

Heute -> deutscher Donnerstag.

Ich spreche (fast) nur Deutsch.

Afspraken 2KT4

- Aardig tegen elkaar doen (dus niet pesten, etc.)

- Stil zijn als anderen praten

- Plezier hebben

Basisregels

- Je blijft zitten op je eigen plek.

- Je werkt in rust en in stilte.

- Je zorgt dat je je spullen voor elkaar hebt.

- Wil je iets zeggen? Vinger opsteken en wachten tot dat je aan de beurt bent.

Was macht ihr heute?

- Hausaufgaben kontrollieren

- Lernliste N-D (Glücksrad)

- Grammatik -> werkwoorden met een stam op -d of -t

- Sprechen

- die Stunde beenden

Was lernst du heute?

Lernziele

- Je kunt het werkwoord met een stam op -d of -t vormen.

- Je kunt het voltooide deelwoord met een stam op -d of -t vormen.

Zum Beispiel -> antworten und reden

- Du kannst Fragen stellen und Antworten geben zum Thema Hobbies und Freizeit.

die Hausaufgaben

KT	TH
machen: Seite 18 -> Aufgabe 10 Groene blokje bestuderen lernen: S. 26 -> Lernliste N-D	machen: Seite 18 -> Aufgabe 10 Groene blokje bestuderen lernen: S. 26 -> Lernliste N-D

Was weißt du schon? 

Boek dicht

Wat weet jij eigenlijk al

van de Lerniste N-D?

Was weißt du noch?

Werkwoord vormen in het Duits.

Knippen en plakken in 3 stappen.

IDEWIS en ESTTENTEN

Pak je schrift en schrijf op!

Was weißt du noch? 

Knippen en plakken in 3 stappen

Idewis

ESTTENTEN

Was weißt du noch?

Eerst zelf 1 minuut nadenken (in stilte).

Daarna uitwisselen met je buurmens (2 weten meer dan 1).

Het Glücksrad bepaalt wie de antwoorden geeft.

1.

2.

3.

Was weißt du noch? 

Knippen en plakken in 3 stappen

Idewis

ESTTENTEN

Was weißt du noch?

Grammatik

Grammatik

Werkwoord met stam op -d of -t

reden / antworten

- uitlegfilm

- regel opschrijven in je schrift

- Aufgabe machen

Grammatik

Belangrijk -> een Duitser wil alle letters kunnen uitspreken.

Grammatik

Belangrijk -> een Duitser wil alle letters kunnen uitspreken.

Voltooid deelwoord met stam op -d of -t 

Hoofdregel ge + stam + t

Stam op -t / -d -> extra -e

Ich habe gewartet.

die Hausaufgaben

KT	TH
machen: S. 19 -> Aufgabe 11 + 12 lernen: S. 26 -> Lernliste D - N	machen: S. 19 -> Aufgabe 11 + 12 lernen: S. 26 -> Lernliste D - N

Sprechen

Buch zu bitte

Ich lese die Sprachmittel laut vor.

Du wiederholst die Sprachmittel.

Sprechen

Was brauchst du -> Arbeitsblatt + Kugelschreiber.

- Zu zweit oder zu dritt arbeiten.

- Setzt euch zueinander.

- Stelle euch gegenseitig die Fragen.

- Schreibe die Antworten auf deinem Blatt.

- Vergleiche die Antworten

- Jeder macht mit.

Sprechen

Beispiel!

A: Was macht Paul gern in seiner Freizeit?

B: Er spielt gern Gitarre.

oder

A: Was macht Laura nicht gern in ihrer Freizeit?

B: Sie läuft nicht gerne Rollschuh.