H1.2 les 2 Deeltjesmodel

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

1.2 - Deeltjesmodel       3havo      les 2

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Boek NOVA

LessonUp: 

JA!

Telefoons in de telefoontas!

1.2 - Deeltjesmodel       3havo      les 2

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Boek NOVA

LessonUp: 

JA!

Telefoons in de telefoontas!

Deze les:

- demoproef hydrofiel en hydrofoob

- demoproef waarneming en conclusie 

- demoproef en uitleg deeltjesmodel

- hoe leer je voor scheikunde?

Aan het eind van deze les:

- weet je het verschil tussen een waarneming en een conclusie

- weet je wat we bij scheikunde bedoelen met macroniveau en microniveau

- kun je uitleggen wat we bij scheikunde bedoelen met het deeltjesmodel

Noem zoveel mogelijk
stofeigenschappen!

Voorbeelden van stof- en materiaaleigenschappen

kleur

vast, vloeibaar of gas?

dichtheid

smelt- en kookpunt

oplosbaarheid in water

hydrofiel of hydrofoob

elektrische geleidbaarheid

Hydrofiel                       of

hydro = water

fiel = minnend

Stof die goed in water oplost

Stof die goed water op kan nemen

Hydrofoob     ?   NOTEER

foob = vrezend

Stof die slecht oplost in water

Stof die waterafstotend is

Waarnemen

• Proberen te ontdekken bij een proefje door heel precies
   te   KIJKEN     en te    RUIKEN        of te        METEN

microniveau: het deeltjesmodel

1. Elke stof bestaat uit moleculen 
2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen 
3. Moleculen bewegen altijd! 

       Hoe hoger de temperatuur, 

       hoe sneller ze bewegen  

4.   Moleculen trekken elkaar aan.

5.   Tussen de moleculen zit afstand.

macro: stof

micro: moleculen

Waarom het deeltjesmodel?

In de scheikunde proberen we eigenschappen van stoffen te verklaren aan de hand van het deeltjesmodel. 

Hierbij zijn de eigenschappen waarneembaar: macroniveau

Het deeltjesmodel is een voorstelling van iets wat we niet kunnen zien/waarnemen: microniveau

Macro en micro              NOTEER

Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen)

De geur van een geurkaars

1. Macro
2. Micro

1. Macro
2. Micro

De moleculen trillen op een vaste plaats in het rooster.

1. Macro
2. Micro

Koperdraad is buigzaam

1. Macro
2. Micro

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel

1. Moleculen bewegen sneller in koud water
2. Moleculen bewegen sneller in warm water

Opdracht ontwerp

Stap 1: Verkenning van materialen

Kies een van de volgende producten om te ontwerpen:

Een tas (bijvoorbeeld een rugzak of handtas)

Een kledingstuk (bijvoorbeeld een jas of sportshirt)

Een interieuraccessoire (bijvoorbeeld een lampenkap of kussen)

Onderzoek ten minste drie verschillende materialen die geschikt zouden kunnen zijn voor je ontwerp. Let hierbij op:

Sterkte en duurzaamheid: Hoe stevig en slijtvast is het materiaal?

Flexibiliteit: Hoe buigzaam of vormbaar is het?

Waterbestendigheid: Beschermt het tegen vocht?

Milieuvriendelijkheid: Hoe duurzaam is het materiaal?

Stap 2: Maak een ontwerpkeuze

Kies de materialen die je wilt gebruiken voor je ontwerp en leg uit waarom. Gebruik hiervoor een tabel waarin je de eigenschappen van de materialen vergelijkt.

Stap 3: Ontwerp je product

Maak een schets van je product. Zorg dat je duidelijk aangeeft:

Welke materialen je gebruikt en waar.

Waarom je deze keuze hebt gemaakt (bijvoorbeeld "Dit materiaal is waterafstotend en daarom geschikt voor de buitenkant van de tas").

Stap 2: Maak een ontwerpkeuze

Kies de materialen die je wilt gebruiken voor je ontwerp en leg uit waarom. Gebruik hiervoor een tabel waarin je de eigenschappen van de materialen vergelijkt.

Stap 3: Ontwerp je product

Maak een schets van je product. Zorg dat je duidelijk aangeeft:

Welke materialen je gebruikt en waar.

Waarom je deze keuze hebt gemaakt (bijvoorbeeld "Dit materiaal is waterafstotend en daarom geschikt voor de buitenkant van de tas").

Hoe pak je leren aan bij scheikunde?

Pak je boek erbij.

inventariseren hoe mensen dit leren en op het bord schrijven.

Hoe pak je leren aan bij scheikunde?

• Bekijk de kopjes van de opgegeven bladzijde, weet je er al iets van?
  
• Lees de opgegeven bladzijde. 
  
• Check bij een blauw begrip of je uit je hoofd een definitie kan geven. Maak eventueel vast begrippen kaartjes.
  
• Als je een figuur moet leren: dek de uitleg af en kijk of je er zelf een verhaaltje bij kan vertellen
• Als een tabel moet leren: dek een deel van de tabel af en probeer hardop zelf de tabel aan te vullen.

Wat moet je leren van 1.1 en 1.2?

Schrijf mee in je boek

overslaan

leren

overslaan

leren

leren

overslaan

overslaan

Opgaven maak je meestal op NOVA online

• Werk geconcentreerd
• Begrijp je de vraag?
• Begrijp je waarom jouw antwoord goed of fout is?
• Vragen over de opgaven stellen in de les
  
• Veel mensen fout ->  bespreken in de les 

leren

leren

lezen

leren

leren

lezen

overslaan

overslaan

Wat vond je van de les vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Noem 3 dingen die je geleerd hebt deze les:

Welke vragen heb je nog?

Eigen werk

Lees blz 17 en 18

Leer tabel 1 (blz 18/19) en aantekeningen

Maak H1.2 opgave 2 + 8 + 9 op NOVA online

Eigen werk

Leer  blz 9 + blz 11

Leer aantekeningen

Maak H1.1 opgave 3 + 8 online

Macro-niveau

Micro-niveau

Ken je de faseovergangen nog?

verdampen

condenseren

stollen

smelten