9.1 Weerstanden

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, t
• Leerjaar 4

Start opdracht

Leerdoelen vorig jaar:

- Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte

- Je kunt uitleggen op welke manier je stroomsterkte meet

- Je kunt symbolen herkennen en in een schakelschema gebruiken

- Je kunt het verschil tussen serie & parallel uitleggen

- Je kunt twee gevaren van elektriciteit beschrijven 

9.1

Weerstanden

Nieuwe uitleg

Aan het einde van deze les kan je:

-toelichten wat weerstand van een schakelonderdeel betekend

-uitleggen hoe je de totale weerstand groter kan maken

-uitleggen hoe je de weerstand van een onderdeel kan bepalen

-berekeningen uitvoeren met R = U/I

-beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is

- met de kleurcode de weerstandswaarde bepalen

Weerstand

Aantekening:

De weerstand geeft aan hoe makkelijk stroom door een onderdeel heen kan. 

Hoge weerstand = moeilijke stromen

Lage weerstand = makkelijk stromen

Weerstand te laag?

Kan je een lampje voor 6V aansluiten op een bron van 9V?

Weerstand te laag?

Kan je een lampje voor 6V aansluiten op een bron van 9V?

Nee! 

Het lampje gaat kapot. Je moet de weerstand verhogen.

Anders is de stroomsterkte te groot.

Weerstand gebruiken

Formule voor de weerstand

Noteer:

De weerstand = spanning / stroomsterkte

R = Ohm (Ω) 

U = Spanning (V)

I = Stroomsterkte (A)

R=​I​​U​​

De wet van Ohm

Als een component voldoet aan de wet van Ohm dan is de weerstand altijd gelijk.

De wet van Ohm

De wet van Ohm?

Aan de slag

Maken opdracht 1 t/m 8 = huiswerk woensdag

Klaar? Lees bladzijde 14 (kleurcode) en probeer opdracht 9 + 10.

Afsluiten

Aan het einde van deze les kan je:

-toelichten wat weerstand van een schakelonderdeel betekend

-uitleggen hoe je de totale weerstand groter kan maken

-uitleggen hoe je de weerstand van een onderdeel kan bepalen

-berekeningen uitvoeren met R = U/I

-beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is

- met de kleurcode de weerstandswaarde bepalen