This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Brugklas hoofdstuk 2
- Leerstof = paragraaf 2.1 t/m 2.6.
- Neem je rekenmachine mee naar de toets!
- Oefen met de leerdoelen van elke paragraaf.
- Vul achterin het hoofdstuk de samenvattingsopdracht in.
Slide 1 - Slide
Welk begrip past niet bij het onderwerp ''cultuur''?
A
Wereldtalen
B
Tradities
C
Normen en waarden
D
Leeftijdsopbouw
Slide 2 - Quiz
Tessa gaat op vakantie naar Spanje en ontmoet daar de liefde van haar leven. Om bij hem te zijn gaat ze in Barcelona wonen. Welk begrip past niet bij de tekst?
A
Gezinsvorming
B
Gezinshereniging
C
Sociale redenen
D
Emigratie
Slide 3 - Quiz
Er worden in een land in 2024 865.000 kinderen geboren. Er gaan 455.000 mensen dood. Het aantal immigranten is 150.000 en het aantal emigranten is 90.000. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei?
Slide 4 - Open question
Een land heeft een bevolkingsdichtheid van 12. De oppervlakte is 110.000 KM2. Wat is het aantal inwoners?
Slide 5 - Open question
Welke uitspaak is juist?
A
De gemiddelde levensverwachting in de wereld is 82,6.
B
Geboortebeperking gebeurt meer in arme landen dan in rijke landen.
C
De bevolkingsdichtheid van gebieden aan zee is vaak hoog.
D
Als alle meisjes naar school gaan worden gezinnen groter.
Slide 6 - Quiz
Oorlog
Overstroming
Armoede
Vluchteling
Milieuvluchteling
Arbeidsmigrant
Slide 7 - Drag question
Hoe noem je het als we in Nederland steeds vaker naar de McDonalds gaan en Halloween vieren?
Kies de beste optie.
A
Cultuurverspreiding
B
Cultuurvermenging
C
Amerikanisering
D
Culturele identiteit
Slide 8 - Quiz
In sommige landen is er sprake van ''negatieve bevolkingsgroei''. Wat is dat?
Slide 9 - Mind map
Dit is een bevolkingsgrafiek. Denk je dat vergrijzing in Marokko nu een probleem is? En over 25 jaar?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Welk van deze talen is geen wereldtaal?
A
Engels
B
Spaans
C
Arabisch
D
Duits
Slide 12 - Quiz
Engels is wel een wereldtaal. Wat is het verschil tussen een wereldtaal en een ''gewone'' taal?
Slide 13 - Open question
Hier is de bevolkingsdichtheid erg hoog
Hier wonen veel Katholieken
Hier ligt een provincie waar veel mensen de tweede officiele taal van Nederland spreken