Verschillende leeftijden

Verschillende leeftijden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VaktheorieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Verschillende leeftijden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Aan het einde van de 2 lessen weten de studenten de leeftijden van de verschillende levensfasen. 
- Aan het einde van de lessen  weten de studenten de ontwikkelingen van de verschillende levensfasen.
- Aan het einde van deze les weten de studenten het verschil tussen fijne en grove motoriek. 
- Aan het einde van deze les kennen de studenten een aantal begrippen.

Slide 2 - Slide

indeling in levensfasen
Baby:  (0-1.5 jaar)
peuter: (1.5 - 4 jaar)
kleuter: (4-6 jaar)
Schoolkind: (6-12 jaar)
Jongere: (12-25 jaar)
volwassene: (25-67 jaar)
oudere: (vanaf 67 jaar)

Slide 3 - Slide

begrippen
Cognitief = verstandelijk of geestelijk.
levensfase = een bepaalde periode in het leven van een mens
prenataal = voor de geboorte
postnataal = na de geboorte
motoriek = het leren bewegen

Slide 4 - Slide

ontwikkeling baby
Lichamelijk
- motoriek, leren bewegen.
verstandelijk, ervaren, herhalen, imiteren
- taalontwikkeling, lichaamstaal (huilen)
Sociaal
- eenkennig
Begeleiding: zorgen voor eten, drinken, verschonen en geborgenheid.



Slide 5 - Slide

ontwikkeling peuters
lichamelijk:
- motoriek, grotere bewegingen, leren lopen, vastpakken
Zindelijk:
- tussen de 2 en 3 jaar

begeleiding van peuters: zelf doen, regelmaat, ondernemend gedrag, koppig gedrag.

Slide 6 - Slide

ontwikkeling peuters
verstandelijk:
- verkennen van de wereld, fantasie
taalontwikkeling:
- zinnen, 2 woorden, 3 woorden, grappig
sociaal:
- leeftijdgenoten, spelen, eigen "ik"

Slide 7 - Slide

ontwikkeling kleuters
lichamelijk:
- ontwikkeling van fijne motoriek, grove motoriek wordt beter
verstandelijk:
- fantasie en werkelijkheid
Taalontwikkeling:
- hele zinnen en betere zinsopbouw

Slide 8 - Slide

ontwikkeling kleuters
sociaal:
- vriendjes maken, samen spelen, school

begeleiden van kleuters:
- ondersteunend, aandacht geven, letten op veiligheid, regels

Slide 9 - Slide

Grove motoriek:
Spieren waarmee je grotere bewegingen uitvoert, zoals lopen.
Fijne motoriek:
Spieren waarmee je kleine, precieze bewegingen kunt maken, zoals verven, kleuren of tekenen.
Fijn motoriek:
Spieren waarmee je kleine, precieze bewegingen kunt maken, zoals blokken nauwkeurig stapelen.
Grove motoriek:
Spieren waarmee je grotere bewegingen uitvoert, zoals zitten, staan, lopen.
Fijne en grove motoriek

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

opdrachten

thema 2 hoofdstuk 3
Cliënten

Slide 12 - Slide

Verschillende leeftijden

Slide 13 - Slide

wat hebben we al behandeld?
Baby      peuter       kleuter      motoriek      prenataal/postnataal
cognitief         levensfase       
verschillende ontwikkelingen van de levensfase op lichamelijk, geestelijk en sociaal niveau

Wat nog meer????

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
- Aan het einde van de 2 lessen weten de studenten de leeftijden van de verschillende levensfasen. 
- Aan het einde van de lessen  weten de studenten de ontwikkelingen van de verschillende levensfasen.

Slide 15 - Slide

indeling in levensfasen
Baby:  (0-1.5 jaar)
peuter: (1.5 - 4 jaar)
kleuter: (4-6 jaar)
Schoolkind: (6-12 jaar)
Jongere: (12-25 jaar)
volwassene: (25-67 jaar)
oudere: (vanaf 67 jaar)

Slide 16 - Slide

schoolkind
overgang van spelend leren naar schools leren (rekenen en schrijven)
aanpassen aan anderen
Samenwerken
taakgericht en geconcentreerd.

Vaardigheden!

Slide 17 - Slide

schoolkind ontwikkeling
Lichamelijk:
- rustige lichamelijke ontwikkeling (tov een kleuter)
- vanaf 10 jaar versneld groeien (meisjes eerder dan jongens)
- fijne motoriek wordt verder ontwikkeld. (denk aan het handschrift)

Slide 18 - Slide

ontwikkeling schoolkind
verstandelijk:
- leert snel en ontwikkeld veel vaardigheden
- concentratie: is nog moeilijk, veel pauzes nodig.
- realistisch: fantasie neemt af. Oog voor de echte wereld

Slide 19 - Slide

ontwikkeling schoolkind
Sociaal:
- 3 werelden, thuis, school en vrienden.
- leren omgaan met andere kinderen
- voelt zich groot en zoekt contact met anderen
- langzaam zelfstandiger

Begeleiden: zelfredzaam, letten op persoonlijke hygiëne. Aandacht en contact, voelen zich onzeker, letten op afwijkend gedrag, melden bij je leidinggevende.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

ontwikkeling jongeren
jongere: tussen de 12 en 25
Puber: 12-17
adolescent: 17-25

Veel veranderingen zowel lichamelijk (van kind naar volwassene, puberteit) als geestelijk( in de adolescentiefase).

Slide 22 - Slide

ontwikkeling jongeren
lichamelijk: vanaf 12 jaar groeispurt, ontwikkeling van geslachtsdelen, stemverandering en puistjes!

onzekerheid, verwarring, ongemakkelijk in je lijf.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

ontwikkeling jongeren
Verstandelijk: nieuwe vakken op school, andere manier van leren, studeren.

Abstract denken: dingen die je niet ziet, maar wel kunt snappen
(oorlog, milieu)
mening vormen, zwart-wit denken. Het is zo! 
Adolescent: het zou kunnen, maar aan de andere kant....

Slide 25 - Slide

ontwikkeling jongeren
sociaal: losmaken van ouders, geen kind meer, maar ook geen volwassene.

Wie ben ik, en wat wil ik = eigen identiteit.
Stemmingswisselingen, gedachten, van het ene uiterste naar het andere uiterste.

Slide 26 - Slide

ontwikkeling jongeren
Zelfstandig
beïnvloedbaar
vrienden zijn belangrijk
ontdekken van de wereld
regels
positiviteit
onzekerheid

Slide 27 - Slide

ontwikkeling volwassenen
Als je zelfstandig kan leven...?  (baan, huis, enz....)
Lange levensfase: 25- 67
ontwikkelen en blijven leren

25-40 jaar jong volwassene
40-55 jaar midden volwassene
55-67 jaar oudere volwassene

Slide 28 - Slide

ontwikkeling volwassenen
jong: toekomstgericht
midden: is dit alles?!
oudere: groeit over moeilijkheden heen. 

helpende: werkt met verschillende volwassenen. Mensen met een beperking.

Slide 29 - Slide

ontwikkeling ouderen
Bij oud zijn denken mensen vaak aan:
aftakeling, ziekte en eenzaamheid.
tussen 67 jaar en 80, actieve ouderdom (als er geen gebreken zijn) en van 80 jaar tot 100 en daarboven intensieve ouderdom. (ouderen zijn meer afhankelijk van zorg.

Slide 30 - Slide

Begeleiding van ouderen
Heb geduld, luister goed naar je cliënten. Probeer je in te leven.
Alles gaat trager, ouderen zijn eerder moe omdat de zintuigen achteruit gaan.
Pas je aan, leg alles wat je doet rustig uit.
Wees beleefd, spreek mensen aan met "u" en meneer en mevrouw. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video