Woensdag 6 februari bron D deel 1

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui en je boek.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en leg het ZAKKIE op de hoek van de tafel.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui en je boek.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en leg het ZAKKIE op de hoek van de tafel.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 1 - Slide

Vocabulaire A

Slide 2 - Slide

le portable
A
gaan
B
de schooltas
C
waarom
D
het mobieltje

Slide 3 - Quiz

premier
A
aardig
B
eerste
C
slecht
D
vallen

Slide 4 - Quiz

le/la prof
A
de leraar(es)
B
de middelbare school
C
de school
D
de leerling

Slide 5 - Quiz

j'aime / sympa / nul
A
j'aime
B
sympa
C
nul

Slide 6 - Quiz

l'histoire / le français / la géographie
A
l'histoire
B
le français
C
la géographie

Slide 7 - Quiz

le collège
les matières
verbes
les maths
le dessin
l'anglais
l'histoire
le prof
la classe
aller
tomber
aimer
l'élève

Slide 8 - Drag question

Leerdoel
Je kunt het werkwoord être gebruiken.
Je weet wat être betekent.
Je weet dat être een onregelmatig werkwoord is en wat dat betekent.

Slide 9 - Slide

Een onrgelmatig werkwoord
moet je gewoon uit je hoofd leren!
Stampen dus :-)

Slide 10 - Slide

Le verbe 'être'

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 13 - Drag question

Au travail
pages 110-11
ex. 16a + 16c (ensemble)
17a + 17b

Slide 14 - Slide

Leerdoel
Je kunt het werkwoord être gebruiken.
Je weet wat être betekent.
Je weet dat être een onregelmatig werkwoord is en wat dat betekent.

Slide 15 - Slide

Ik heb de leerdoelen behaald.

Slide 16 - Poll

Wat betekent het werkwoord être?

Slide 17 - Open question

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 18 - Drag question

timer
1:30
Is het avoir of être?
Sleep de vervoegingen naar het juiste werkwoord.
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 19 - Drag question

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'être' in de goede volgorde.
être
est
sommes
es
êtes
sont
suis

Slide 20 - Drag question

être is een onregelmatig ww. Wat houdt dat in? Leg uit.

Slide 21 - Open question

Les devoirs
planning week 6 staat klaar. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide