H5/H6 Lezen - tekstdoelen / afbeeldingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Nederlands

Herhalen tekstdoelen

Afbeeldingen bij tekst

Doel van de les

• Tekstdoelen herhalen.
• Je leert waarom er vaak plaatjes, foto's, kaartjes en andere illustraties bij een tekst staan.

TEKSTDOELEN

De schrijver wil je vermaken.
DOEL?

1. overtuigen
2. activeren/overhalen
3. instrueren
4. amuseren

De schrijver wil zijn mening geven.
DOEL?

1. instrueren
2. overtuigen
3. informeren
4. overhalen/activeren

De schrijver wil zeggen hoe je iets moet doen.
DOEL?

1. amuseren
2. instrueren
3. informeren
4. overtuigen

De schrijver wil dat je iets te weten komt.
DOEL?

1. informeren
2. overtuigen
3. overhalen/activeren
4. instrueren

De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.
DOEL?

1. overhalen/activeren
2. amuseren
3. instrueren
4. overtuigen

Welke functies hebben afbeeldingen?

Tekst en beeld

Vaak staan er afbeeldingen bij een tekst, zoals foto's, tekeningen, schema's, kaartjes en tabellen.

Die plaatjes hebben een bepaald doel:

- de schrijver wil de aandacht van de lezer trekken

- de schrijver wil extra informatie geven, zodat de lezer de tekst beter begrijpt 

Wat is de functie van deze afbeelding?

1. aantrekkelijk maken
2. informatie toevoegen
3. verduidelijken
4. aandacht trekken

Een afbeelding bij een artikel kan weggelaten worden.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de functie van deze afbeelding?

1. leuker maken
2. verduidelijken
3. informatie toevoegen
4. aandacht trekken

Wat is de functie van deze afbeelding?

1. aandacht trekken
2. verduidelijken
3. leuker maken
4. informatie toevoegen

Herhalen:

Functies afbeeldingen:                       Tekstsoort bijv.:                   

                                                                        artikel/nieuwsbericht           Aandacht trekken                                   reclameposter/leesboek         Informatie toevoegen                          (vaak) tabellen/grafieken                                                                                  recepten/ikea                     

Wat vind je nog lastig?

Maken

-lezen 6: opdracht 1 t/m 4, blz. 197 t/m 201

- woordenschat 6: opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6 op blz. 210 t/m 212