media herhaling

Media
Herhaling 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Media
Herhaling 

Slide 1 - Slide

5. Commerciële omroepen hebben als doel om geld te verdienen. Een voorbeeld van een commerciële omroep is:
A
de VARA.
B
de KRO.
C
RTL.
D
de TROS.

Slide 2 - Quiz

Een zender in communicatie is:
A
Een tv kanaal
B
Degene die de boodschap krijgt
C
Degene die de boodschap verstuurt
D
de boodschap zelf

Slide 3 - Quiz

Verbale communicatie
Non-verbale communicatie

Slide 4 - Drag question

Welke omroep is een publieke omroep?
A
RTL4
B
National Geographic
C
NPO1
D
Sbs6

Slide 5 - Quiz

Er zijn commerciële omroepen en publieke omroepen. Wat is het belangrijkste verschil?
Publieke omroepen:

A
hebben als doel geld te verdienen.
B
. krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten.
C
ontvangen geld van de overheid.
D
zenden geen reclame uit.

Slide 6 - Quiz

Wat mag een commerciële omroep wel, dat een publieke omroep niet mag?
A
Naakte mensen tonen
B
Winst maken
C
Politieke partijen zendtijd geven
D
Reclames voor alcohol tonen.

Slide 7 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van massamedia?
A
TV
B
Krant
C
Radio
D
Verjaardagskaart

Slide 8 - Quiz

timer
1:00
Verbale communicatie
Non- verbale communicatie
Anoeshka is druk met haar zus aan het bellen.
Berry glimlacht naar een vriend en steekt zijn duim naar hem op.
Debbie schreeuwt tegen een vrouw die haar afsnijdt op de fiets.
Tjaron schrijft een appje aan zijn vriendin.

Slide 9 - Drag question


Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie

Slide 10 - Quiz

Eenzijdige communicatie
Meerzijdige communicatie
Boek
Netflix
Ex on the beach
Youtube
Gesprek
Snapchat
Whatsapp

Slide 11 - Drag question

non-verbale communicatie
A
Geen communicatie
B
Communicatie zonder woorden.

Slide 12 - Quiz

Een ontvanger in communicatie is:
A
Een tv kanaal
B
Degene die de boodschap krijgt
C
Degene die de boodschap verstuurt
D
de boodschap zelf

Slide 13 - Quiz

Wat is geen maatschappelijke functie van de media?
A
Informatieve functie
B
Controle- of waakhondfunctie
C
Socialiserende functie
D
Asocialiserende functie

Slide 14 - Quiz

Wat is pluriformiteit in de media?
A
Er is één krant.
B
Mensen mogen hun mening geven op TV.
C
Er zijn veel soorten media.
D
Er zijn kranten met linkse en rechtse meningen.

Slide 15 - Quiz

Er zijn publieke media en commerciële media. De commerciële media verdienen hun geld met reclame.
A
Dat is niet waar
B
Dat is waar

Slide 16 - Quiz