Het is even over zes, maandagavond 6 mei 2002. Chauffeur Smolders hoort Fortuyn een meter achter de auto op het parkeerterrein praten met presentator De Wild, die hem een fles champagne aanbiedt als dank voor zijn medewerking. Dan hoort hij twee knallen. Hij heft zijn gezicht op, kijkt door het zijraam en ziet Fortuyn wankelen. Eén kogel heeft Fortuyn in de borst getroffen, een tweede in de hals. De lijsttrekker van de LPF leunt even tegen De Wild aan en zakt dan in elkaar. Smolders ziet door de achterruit van de auto een kleine man met een baseballpet op en een blauwe plastic tas. Hij staat op korte afstand van Fortuyn. Hij richt het pistool, en schiet nog drie keer, waarvan twee keer in het hoofd.