De praktijkexaminator;
- kent de regels omtrent het ontvangen van het diploma mbo-verpleegkunde;
- kent de competenties van de praktijkexaminator;
- kent de regels omtrent het geven van de go/no go;
- weet dat het examen niet uitgevoerd mag worden voordat er een go van de praktijk is.
- weet dat de student het examen geheel zelfstandig moet uitvoeren;
- kan de rubric toepassen bij gedragsbeoordelingen van het praktijkexamen;
- kan de rubric toepassen bij het beoordelen van verantwoordingsverslag examen W10;
- kan de gedragsbeoordeling van het examen volgens de richtlijnen onderbouwen;
- kan het verantwoordingsverslag van examen W10 volgens de richtlijnen onderbouwen.