This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
5.3 Hefboomeffect
Slide 1 - Slide
Programma
Herhaling
Theorie Hefboom effect
Huiswerk
Slide 2 - Slide
Herhaling
Slide 3 - Slide
Dit geeft aan in hoeverre de onderneming in staat is om haar kortlopende schulden te betalen.
A
liquiditeit
B
solvabiliteit
C
faillissement
D
winstgevendheid
Slide 4 - Quiz
Wat is de solvabiliteit van dit bedrijf? EV/VV
A
60%
B
37,5%
C
62,5%
D
50%
Slide 5 - Quiz
Immateriele vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Eigen Vermogen
Lang vreemd vermogen
Voorzieningen
Kort vreemd vermogen
Goodwill
Vergunningen
Bedrijfsauto
Machines
Gebouw
Debiteuren
Voorraden
Effecten
Rekening courant krediet
Nettowinst
Slide 6 - Drag question
De Current Ratio van een onderneming is 3,2. Op dat moment betaalt de onderneming enkele crediteuren per kas. De Current Ratio zal ...
A
dalen
B
gelijkblijven
C
stijgen
Slide 7 - Quiz
De Current Ratio van een onderneming is 3,2. Op dat moment doet de onderneming een aandelenemissie. De aandeelhouders betalen per bank. De Current Ratio zal ...
A
dalen
B
gelijkblijven
C
stijgen
Slide 8 - Quiz
Liquiditeit
solvabiliteit
rentabiliteit
Current ratio
Quick Ratio
EV/VV
VV/TV x 100%
REV = winst/gem. EV x 100%
RTV = (winst + interest)/gem. TV x100%
Debt ratio
Slide 9 - Drag question
Wat is GEEN hefboom?
A
Schaar
B
Hamer
C
Tuinslang
D
Breekijzer
Slide 10 - Quiz
5.3 Hefboomeffect
Slide 11 - Slide
Lesdoel
Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van een positief of negatief hefboomeffect.
Je kunt, met behulp van de hefboomformule, de rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) berekenen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Rentabiliteit
RTV
REV
IVV
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Bereken REV (X%)
Slide 37 - Open question
RTV = REVvb + IVV
12% x € 10.000.000 = (X% x € 5.000.000) + (8% x € 5.000.000)
€ 1.200.000 = (X% x € 5.000.000) + € 400.000
X% x € 5.000.000 = € 800.000
€ 800.000/€ 5.000.000 x 100% = 16%
Slide 38 - Slide
Interestmarge = RTV - IVV
RTV > IVV: positief hefboomeffect
RTV < IVV: negatief hefboomeffect
Slide 39 - Slide
Positief of negatief hefboomeffect?
A
Negatief
B
Positief
Slide 40 - Quiz
Grafische weergave
Stel dat het VV € 10 milj.
bedraagt tegen IVV 8% en EV € 5,0 miljoen en RTV nog steeds 12% is.
Is REVvb dan hoger of lager dan 16%?
Slide 41 - Slide
Stel dat het VV € 10 miljoen bedraagt tegen IVV 8% EV € 5 miljoen en RTV nog steeds 12% is.
Is REVvb dan hoger of lager dan 16%?
A
hoger
B
lager
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
Hefboomfactor
Als het VV twee keer zo groot is als EV is een voor- of nadeel ook twee keer zo groot. Verhouding VV/EV noemen we hefboomfactor. Het bedrag wat de onderneming op VV verdient of verliest noemen we het hefboomeffect.