MC LABO - Uitscheidingsstelsel (Z-route)

Human Body
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Human Body

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Noteer op een kladblad en vul aan:

... + ... -> ... + ... 
+ ...


Tip: Celademhaling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

+
+
Celverbranding
Energie
Glucose
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Waarom energie nodig?
Wat gebeurt er met de ademhaling bij inspanning? Hoe komt dit?
Week 4 - MC 2 - Het uitscheidingsstelsel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Human Body
Week 1 - Van cel tot organisme
Week 2 - Spijsvertering
Week 3 - Ademhaling
Week 4 - Uitscheiding
Week 5 -> Bloedsomloop + samenhang stelsels
Week 6 -> Toets 

Slide 6 - Slide

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

De celfabriek

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wetenschappelijk onderzoek

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Reflectie over het onderzoek
Resultaten noteren
Hypothese 
Conclusie / Besluit formuleren
Onderzoeksvraag 
Methode - Onderzoek uitvoeren
Informeren
Rapporteren

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Waarmee begint een goed onderzoek?
A
Opschrijven wat je nodig hebt.
B
Opstellen van een hypothese.
C
Bedenken van een onderzoeksvraag.
D
Je begint gewoon.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is de best geformuleerde onderzoeksvraag?
A
Hoeveel urine kan een blaas ophouden?
B
Welk effect heeft het drinken van water op de kleur van je urine?
C
Hoeveel keer moet een 12-jarige plassen per dag?
D
Welk zweet stinkt harder: dat van een 13-jarige of dat van een 16-jarige?

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de best geformuleerde onderzoeksvraag?
A
Is er water op de maan?
B
Vanaf welke temperatuur smelt ijs bij normale omstandigheden in België?
C
Wanneer gaat mijn ijsje gesmolten zijn?
D
Welke frisdrank is lekkerder: cola, fanta of ice tea?

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: Hypothese

Wat is een hypothese?
A
De onderzoeksvraag
B
Een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag
C
Het resultaat van een onderzoek
D
Het werkplan van een onderzoek

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Begint vaak met : Ik denk dat ...

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noteer een hypothese voor deze onderzoeksvraag: 'Wat is het effect van suiker op je energieniveau?'

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welk meettoestel gebruik je om de massa van een snoepje te bepalen?
A
keukenbalans
B
personenweegschaal
C
weegbrug
D
meetlat

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Resultaten verklaren met behulp van de theorie => Wat heb ik hieruit geleerd? Hoe kan ik dit linken met de theorie?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bij welke stap van de wetenschappelijke methode hoort de volgende zin:
'Ik denk dat papier beter brandt dan hout'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie
C
Hypothese
D
Methode

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke stap van de wetenschappelijke methode hoort de volgende zin:
'Wie is het grootst in deze klas?'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie
C
Hypothese
D
Methode

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke stap van de wetenschappelijke methode hoort de volgende zin:
'De zon komt iedere dag op in het oosten'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie
C
Hypothese
D
Methode

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke stap van de wetenschappelijke methode hoort de volgende zin:
'Neem 2 glazen flessen en doe in elke fles een strookje kobaltchloridepapier'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie
C
Hypothese
D
Methode

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Tijd voor actie

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Onderzoek
1) Vul de stappen van de wetenschappelijke methode aan.

2) Voer het onderzoek stap voor stap.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vind jij dat je
efficiënt leert?
A
Ja!!!
B
Best wel..
C
Mwah.... een beetje
D
Nee!!!

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Pas jij 'leerstrategieën'
toe wanneer je leert?
A
Ja dat doe ik zeker
B
Soms en bij bepaalde vakken
C
Heel af en toe
D
Nee, nooit!

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Hoe studeerde je de leerstof van
natuurwetenschappen de voorbije week?

Slide 40 - Mind map

This item has no instructions

Er zijn verschillende leerstrategieën. Welke hoort er niet bij?
A
Een testje opstellen voor jezelf
B
Kijken en lezen
C
Een cornell schema maken
D
Flashcards maken

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Quizizz 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions