MAVO- Je kunt tijdsbepalingen met de voorzetsels im, am en um toepassen.
- Je kunt woorden voor de dagindelingen toepassen.
HAVO/VWO
- Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de vierde naamval gebruiken.
- Je kunt de werkwoorden met -a en -e in de stam vervoegen.
- Je kent het
verschil tussen
zwakke en
sterke werkwoorden.