This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Vorige les?
Slide 1 - Mind map
Programma v.d. les
terugblik
verleden tijd
maken 18 t/m 23
huiswerk
Slide 2 - Slide
Doel:
Aan het eind van de les weet je hoe je de past simple( verleden tijd) gebruikt
Slide 3 - Slide
Wat was het stappenplan om vragen te maken in het Engels?
Slide 4 - Open question
Maak vragend: I can do this
Slide 5 - Open question
Maak vragend: We have a lot of friends
Slide 6 - Open question
Uitleg Past Simple verleden tijd
- in het Engels 2 soorten werkwoorden: regelmatig & onregelmatig
Slide 7 - Slide
Verleden tijd: regelmatig
Als je een regelmatig werkwoord in de verleden tijd moet zetten, dan moet je simpelweg ED achter het woord zetten.
VB: I walk to school --> I walked to school
De meeste werkwoorden zijn regelmatig!
Slide 8 - Slide
Verleden tijd: onregelmatig
Als je een onregelmatig werkwoord in de verleden tijd moet zetten, dan geldt de ED regel niet. Voor deze woorden gelden andere regels. Deze veranderingen moet je uit je hoofd leren.
VB:
am/are/is --> was/were
have/has --> had
Slide 9 - Slide
1. We ... to school yesterday (walk) 2. I ... playing Fortnite last week (to be) 3. We ... a lot of fun last holiday (have)