Werkwoordspelling - 3h(v) - p1 - bijv. gebiedend od

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Lesdoel: Ik werk verder aan mijn taken en vraag om hulp waar nodig




  1. Terugblik                                                                                               10 min.    
  2. Extra uitleg / aan de slag                                                                  35 min. 
  3. Afsluiter

Slide 2 - Slide

Wat schrijf ik altijd als eerste op als ik een werkwoord spel? (wat is de basis van ieder werkwoord?)

Slide 3 - Open question

Welke regels heb ik tot nu toe geleerd? (t.t. + v.t. & v.d.) Noteer kort.

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
De geposte brief
De beantwoorde brief
Het verlichte fietspad
Het kapotte lampje 

Slide 8 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
De geposte brief
De beantwoorde brief
Het verlichte fietspad
Het kapotte lampje 
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
De geposte brief
De beantwoorde brief
Het verlichte fietspad
Het kapotte lampje 
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord schrijven we zo kort mogelijk als de uitspraak toelaat 

Slide 10 - Slide

De gebiedende wijs

Slide 11 - Slide

De gebiedende wijs
Loop naar de maan 
Houd toch eens je mond
Word volwassen! 

Slide 12 - Slide

De gebiedende wijs
Loop naar de maan 
Houd toch eens je mond
Word volwassen! 
Tegenwoordige tijd: dus gebruik je ezelsbruggetje!
De gebiedende wijs schrijf je zo kort mogelijk als de uitspraak toelaat 

Slide 13 - Slide

De onvoltooide tijd

Slide 14 - Slide

De onvoltooide tijd
Rokend liep hij door de straat
Lachend zit hij op zijn stoel 
Fietsend zwiert hij door de straten 
Bellend wandelt hij door de school 

Slide 15 - Slide

De onvoltooide tijd
Rokend liep hij door de straat
Lachend zit hij op zijn stoel 
Fietsend zwiert hij door de straten 
Bellend wandelt hij door de school 
De onvoltooide tijd is in de omschreven gebeurtenis nog niet afgerond

Slide 16 - Slide

De onvoltooide tijd
Rokend liep hij door de straat
Lachend zit hij op zijn stoel 
Fietsend zwiert hij door de straten 
Bellend wandelt hij door de school 
De onvoltooide tijd is in de omschreven gebeurtenis nog niet afgerond
De onvoltooide tijd schrijven we altijd met een d 

Slide 17 - Slide

(lachen) liep hij door het klaslokaal

Slide 18 - Open question

(worden) nou toch eens een keer volwassen!

Slide 19 - Open question

De (beantwoorden) brief kwam te laat.

Slide 20 - Open question

Het (verlaten) weggetje ligt er treurig bij.

Slide 21 - Open question

extra uitleg / aan de slag
Ik kan het al supergoed
  • Je maakt opdracht 4 + 5 die op blz. 9 staan. 
  • Daarna ga je verder met de STER-oefeningen (blz. 13) 
  • Maak het oefen-s.o.  
Ik maak nog wel eens een foutje
  • Je maakt opdracht 1 t/m 5 van ‘Alles door elkaar’. Dit start op blz. 10. 
  • Je maakt daarna het oefen-s.o. 
Ik vind het heel lastig
  • Je werkt het hele boekje door. Als je t.t. onder de knie hebt, ga je door naar v.t., vervolgens naar voltooid deelwoord, etc. 

Slide 22 - Slide

Ik ga dit kunnen!
A
JA
B
NEE

Slide 23 - Quiz