Start periode 3

Start periode 3
de toets uit de toetsweek
de komende periode 
opdracht 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Start periode 3
de toets uit de toetsweek
de komende periode 
opdracht 

Slide 1 - Slide

periode 3 
  • leesboek en verslag 7 maart ( deze week in de les aanwerken)
  • vlog: ecological footprint  14 maart 
  • toets make it work (school trip) toetsweek ( 21-28 maart)

Slide 2 - Slide

Boekverslag uitleg
Je gaat een creatieve opdracht maken bij het door jou gekozen boek. Je begint met een aantal verplichte onderdelen en daarna kies jij uit de lijst met keuzeopdrachten hieronder twee onderdelen. Daar maak jij een mooi verslag van. ​​
Let op: de verplichte onderdelen schrijf je in het Nederlands, de keuzeonderdelen schrijf je in het Engels.​


Slide 3 - Slide

welke boeken
  • e-book
  • audio book
  • papieren boek 

ieder genre mag ,kies een boek dat jij leuk vind ( maar geen basisschool boeken/ comics met veel plaatjes en weinig woorden)

laat me weten welk boek je hebt gekozen

in het lokaal heb ik een paar boeken. 

Slide 4 - Slide

verplichte onderdelen
  • Algemene informatie​
  • Titelbeschrijving​
  • Gebeurtenissen​
  • Personages​
  • Tuid & ruimte​
  • Mening​





Slide 5 - Slide

Algemene informatie​
Titel, schrijver, uitgever (plaats en het jaar van de uitgave)​
Genre (wat voor een soort boek is het: een Sciences Fiction, detective, roman)​
Titelbeschrijving​
Wat is het verband tussen de titel en het boek. Met andere woorden, waarom heeft de schrijven voor deze titel gekozen?​
Gebeurtenissen ​
Beschrijf in ongeveer 200 woorden waar het verhaal over gaat. Je maakt dus een samenvatting van het verhaal. Denk aan: de inleiding (het begin van het verhaal), de kern (het middenstuk van het verhaal) en het slot (hoe loopt het af). Voor dit onderdeel mag je internet gebruiken, je moet alleen wel de stukjes tekst in eigen woorden herschrijven! ​


Slide 6 - Slide

Personages
Wie zijn de personages uit het boek? Minimaal 5 personages.​
Vertel hier ook iets over. (man/vrouw, karakter, uiterlijk, leeftijd)​

Tijd en ruimte​
Wanneer speelt het verhaal zich af? Is dat in de middeleeuwen, in het heden, toekomst of 100 jaar geleden. Geef ook aan waaraan je dat kunt merken.​
Waar speelt het verhaal zich af? Is dat op een school, op het strand, in een stad? Geef ook hierbij aan waaraan je dat kunt merken. ​

Slide 7 - Slide

Mening​
Als je een boek hebt gelezen, dan heb je daar een mening over. Je vindt het boek bijvoorbeeld leuk, spannend, saai of misschien wel aangrijpend. De mening die jij dus over een boek hebt, is dus jouw mening en dus altijd goed. Maar let op! Je moet ook kunnen aangeven waarom jij een bepaalde mening hebt over een boek. Deze mening moet je dus ook kunnen beargumenteren. Dit kun je doen door voorbeelden uit het boek te gebruiken.​

Slide 8 - Slide

Keuze opdrachten
  1. Nieuw personage​
  2. Storyboard​
  3. Stripverhaal​
  4. Soundtrack​
  5. Songwriter​
  6. Perspectiefwissel​
  7. Filmscène​
  8. Brief​
  9. Interview​
  10. Dagboek​









Slide 9 - Slide

1. Nieuw personage​
De schrijver van je boek is toch niet helemaal tevreden over zijn werk en wil graag nog een personage aan zijn boek toevoegen. ​
A. Denk goed na over het nieuwe personage. Welke eigenschappen moet het personage hebben? Opvliegend? Depressief? Vrolijk? En waarom? Licht je keuzes toe.​
B. Herschrijf een scene uit het verhaal, waarin het nieuwe personage naar voren komt. Wat zijn de gevolgen voor het verhaal, hoe loopt het verhaal nu af?​
C. Leg uit waarom het een goed idee is om dit personage toe te voegen. ​






Slide 10 - Slide

2. Storyboard​
Herschrijf een scène uit het verhaal tot storyboard. Een storyboard is een verzameling illustraties van scènes die uitgetekend zijn om een filmscript te schrijven. Lees de info die je hier vindt door voordat je aan de slag gaat. Overleg voordat je daadwerkelijk aan de slag gaat met mij over de manier waarop je de opdracht aan wilt pakken. ​

Slide 11 - Slide

3. Stripverhaal​

A. Verwerk een scène uit je boek tot een stripverhaal. ​
B. Leg uit waarom je de betreffende scène hebt gekozen.​
C. Denk goed na over de vormgeving van je personages. Hoe zorg je ervoor dat duidelijk wordt dat het om die scène gaat, en juist om die personages? ​


Slide 12 - Slide

4. Soundtrack
Stel dat je het boek zou verfilmen, welk lied zou dan goed passen als soundtrack? Denk bij de keuze goed na over de tekst van het lied, maar ook over de sfeer. Verantwoord je keuze in een artikel van ongeveer een A4, waarin je de liedtekst analyseert en vergelijkt met (sfeer)elementen uit het verhaal. ​

5. Songwriter​
A. Bij deze opdracht ben je zelf een songwrite­­­r. Schrijf een songtekst gebaseerd op gebeurtenissen uit het verhaal. ​
B. Leg uit waarom je vindt dat het lied goed past bij het verhaal. Verantwoord de keuzes van je teksten. ​
6. 



Slide 13 - Slide

6.Perspectiefwissel​

A. Beschrijf een scène uit het boek vanuit het perspectief van een ander personage. ​
B. Welke gevolgen heeft die perspectiefwisseling voor het verhaal?​

7. Filmscène​
Film met je mobiele telefoon een scene uit het verhaal. Het filmpje hoeft niet langer te duren dan 1 a 2 minuten. Denk goed na over de scène die je kiest. Het moet voor iemand die het boek heeft gelezen meteen duidelijk zijn dat het om jouw boek gaat. 

Slide 14 - Slide

8. Brief​
Schrijf een brief aan een personage uit het boek. Bedenk vragen die je het personage zou willen stellen over door het personage gemaakte keuzes in het boek of vertel het personage welke invloed het meemaken van het verhaal van het personage op jou heeft gehad. Uit je brief moet duidelijk worden dat je goed hebt nagedacht over de gebeurtenissen uit het verhaal.​

9. Interview​
Schrijf een interview met de hoofdpersoon en werk dit uit in een artikel dat in een tijdschrift zou kunnen worden geplaatst. Denk hierbij ook aan de lay-out, vraagstelling en afbeeldingen.​

Slide 15 - Slide

10. Dagboek​
Kies een personage uit het boek dat je gelezen hebt en houd voor een tijdje zijn of haar dagboek bij. Probeer te bedenken wat jouw personage nu zelf vond van fragmenten uit het verhaal, juist waar dat in het boek niet zo goed naar voren komt. ​

Slide 16 - Slide

Inlevereisen
  • Voor alle keuzeopdrachten waarbij geschreven moet worden geldt steeds dat de omvang in ieder geval een half A4 dient te zijn. Overleg bij twijfel altijd even met mij. ​
  • Het werk dat ingeleverd wordt, dient keurig verzorgd te zijn, zowel qua spelling en taalgebruik als qua vormgeving. 
  • Te laat ( incompleet) ingeleverd werk heeft 1 punt in mindering.  ​
  • Uit de uitgewerkte opdracht moet goed duidelijk worden dat de opdracht juist hoort bij het boek dat jij hebt gekozen. Leg dat altijd uit in een toelichting. ​
  • De opdracht kan worden ingeleverd via de inleveropdracht op SOM/Teams. Ook lever je een versie op papier in. ​



Slide 17 - Slide

Beoordeling
De opdracht wordt beoordeeld op basis van eerder genoemde criteria en op basis van de geleverde inzet in de les. Het cijfer telt 1 keer mee. ​


in de les: 
bij aanvang van de les tijd om te lezen
de 2 lessen voor de deadline werk je aan de opdrachten in de les

Deadline
7 maart​
Inleveren via SOM en op papier, zonder mapje, met nietje.​




Slide 18 - Slide

volgende les 
Neem je werkboek van Engels weer mee. 


Slide 19 - Slide

ga naar som leermiddelen
kijk of je in het online boek en in de juiste klas!! kunt komen. 

Slide 20 - Slide

AND NOW
BLOOKET 

Slide 21 - Slide