les 4.2 industriële samenleving (3)

De Industriële revolutie!
van handwerk naar machine deel 2.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Industriële revolutie!
van handwerk naar machine deel 2.

Slide 1 - Slide

Planning

  • Huiswerk nakijken
  • Begrippen testen
  • Instructie
  • Herhalingsopdracht

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Industriële samenleving: 1, 2, 4, 5, 7, 9 & 12

Zijn er vragen?

Slide 3 - Slide

De begrippen van deze week:
Oud: Algemeen kiesrecht tot kapitalisme
Nieuw: Kiesrecht tot en met massaproductie

Pak een pen en papier!

Slide 4 - Slide

Je gaat van een aantal begrippen de betekenis opschrijven.
Doe dit uit je hoofd!
Je maakt dus geen gebruik van het boek!
En je kijkt niet af bij buurman/buurvrouw!

Dit is een test voor jezelf om te kijken of je de begrippen al goed genoeg kent...

Schrijf als volgt:
Het begrip = volledige betekenis

Hier komen de begrippen:

Slide 5 - Slide

Huisnijverheid

Slide 6 - Slide

Infrastructuur

Slide 7 - Slide

industriële revolutie

Slide 8 - Slide

Kiesrecht

Slide 9 - Slide

Klassenmaatschappij

Slide 10 - Slide

Liberalisme

Slide 11 - Slide

Massaproductie

Slide 12 - Slide

Liberaal

Slide 13 - Slide

Nabespreken begrippen
waar zitten nog problemen?
Leren jullie goed genoeg?

Slide 14 - Slide

Nieuwe uitvindingen
1. verbrandingsmotor -->  werkt op diesel of benzine, was eenvoudiger te bedienen dan een stoommachine. maakt uitvinding van de auto mogelijk.
2. gaslamp, later elektrisch licht
3. telegraaf, later telefoon
5. inentingen om ziektes te voorkomen + verdovingen
6. kunstmest

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Herhalingsopdracht (rest van de les)
Beantwoord de volgende vragen (schrijf de vragen ook op):
  • Leg uit wat industrialisatie inhoudt.
  • Noem vijf oorzaken van de industrialisatie.
  • Leg met behulp van een voorbeeld uit waarom we spreken van een Industriële revolutie.
  • Leg uit hoe de werk omstandigheden van arbeiders waren.
  • Leg uit hoe de leef omstandigheden van arbeiders waren.
  • Leg duidelijk uit wat het verschil is tussen een klassen en een standen samenleving.
  • Noem drie belangrijke uitvindingen uit de 19e eeuw.


Als je al het bovenstaande goed uit kan leggen beheers je paragraaf 1&2

Slide 17 - Slide