H9.1/9.2 Herh 7/1

Herhaling H9
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling H9

Slide 1 - Slide

H9.1 Je lijf werkt

Slide 2 - Slide

Waarom heb je energie nodig?
Om te kunnen: bewegen, warm blijven, denken en voor je  hartslag, groei en herstel etc.
heeft elke cel in je lichaam energie nodig

Zonder energie werkt je lichaam niet en ga je dood

Slide 3 - Slide

Hoe kom je aan die energie?
Door samenwerkende orgaanstelsels
Verteringsstelsel:
Voedingsstoffen (glucose)
Ademhalingsstelsel:
Zuurstof
Bloedvatenstelsel:
Vervoert glucose en zuurstof 
naar je cellen


Slide 4 - Slide

Hoe kom je aan die energie?
Verbranding is het vrijmaken van energie uit glucose
Hiervoor is zuurstof nodig
Bij de verbranding komt ook Koolstofdioxide (CO2) 
en Water (H2O) vrij

Glucose + Zuurstof     -->      Energie + Koolstofdioxide + Water
--> betekent: na verbranding

Slide 5 - Slide

Hoe neemt je lichaam zuurstof op? Dus hoe komt zuurstof in je bloed?
A
Via de huid
B
Via de longen
C
Via de neus
D
Via het hart en bloedvaten

Slide 6 - Quiz

Hoe komt zuurstof bij de cellen die dit nodig hebben?
A
Via de huid
B
Via de longen
C
Via de neus
D
Via het hart en bloedvaten

Slide 7 - Quiz

Welke twee stoffen heb je nodig voor verbranding?

Slide 8 - Open question

Waar vindt de verbranding van glucose plaats?

A
In de darmen
B
In de spieren
C
In alle cellen
D
In de lever

Slide 9 - Quiz

H9.2 Je eten verteert

Slide 10 - Slide

Vertering
In de maag en darmen worden voedingsstoffen verteerd

Vetten, eiwitten en koolhydraten zijn te groot om in 1 keer op te nemen

Verteren is het kleiner maken van voedingsstoffen

Slide 11 - Slide

Vertering
Het knippen van de voedingsstoffen in kleine stukjes wordt gedaan door enzymen
  

Deze enzymen zitten in de sappen van de verteringsorganen.


4 belangrijke verteringsappen zijn:
1. Speeksel
2. Maagsap (zuur)
3. Alvleeskliersap
4. Darmsap

Slide 12 - Slide

Enzymen
1. Enzymen binden aan de voedingsstof

2. Vervolgens knippen ze in de voedingsstof

3. Vervolgens laten ze de voedingsstof weer los 

Het enzym kan vervolgens het volgende stukje knippen

Slide 13 - Slide

Enzymen
Enzymen zijn afhankelijk van de temperatuur

Enzymen beginnen te werken vanaf de minimumtempratuur

Bij de optimumtempratuur werken de enzymen het best

Bij de maximumtempratuur gaat een enzym kapot

Slide 14 - Slide

Energierijke stof
Bouwstof
Beschermende stof
Eiwitten
Koolhydraten
Vitaminen
Water
Vetten
Mineralen
Vetten
Mineralen

Slide 15 - Drag question

Wat is géén verteringssap?
A
Speeksel
B
Alvleeskliersap
C
Bloed
D
Darmsap

Slide 16 - Quiz

De optimumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt

Slide 17 - Quiz

De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt

Slide 18 - Quiz

Agenda
HW voor vandaag was: Opdrachten t/m 9.4 (2 t/m 15) af


Di. 12 jan. 6e uur: Test jezelf gemaakt t/m 14


Vr. 15 jan.: Uiterlijke inleverdatum PO5 bloedsomloop


Slide 19 - Slide

En nu?
- Aan de slag met PO5 - bloedsomloop
- Aan de slag met de opdrachten t/m H9.4 (2 t/m 15)
- Test jezelf maken t/m opdracht 14
- Nakijken en verbeteren
- Aftekenen
Klaar?
Leren: b.v. begrippenlijst maken 

Slide 20 - Slide