Hoe was je dav: Een les over persoonlijke hygiëne

Hoe was je dag: Een les over persoonlijke hygiëne

Pak je grote book

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je het belang van persoonlijke hygiëne beschrijven en weet je hoe je jezelf goed kunt verzorgen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet je al over het belang van persoonlijke hygiëne?

Wat is persoonlijke hygiëne?

Persoonlijke hygiëne is het schoon en gezond houden van je lichaam om ziektes te voorkomen. Dit omvat dagelijkse activiteiten zoals douchen, handen wassen en tanden poetsen.

Leg uit wat persoonlijke hygiëne is en waarom het belangrijk is.

Handen wassen

Was je handen regelmatig met water en zeep om ziektekiemen te doden. Was je handen na het toiletgebruik, voor het eten en na hoesten of niezen.

Laat de leerlingen zien hoe ze hun handen goed kunnen wassen en bespreek waarom dit belangrijk is.

Douchen en baden

Douchen of baden is belangrijk om je lichaam schoon te houden en zweet en vuil te verwijderen. Douche of bad minstens één keer per dag.

Bespreek hoe vaak leerlingen zouden moeten douchen of baden en wat de voordelen hiervan zijn.

Tanden poetsen

Poets je tanden minstens twee keer per dag om gaatjes en tandvleesproblemen te voorkomen. Gebruik tandpasta met fluoride om je tanden sterker te maken.

Laat de leerlingen zien hoe ze hun tanden goed kunnen poetsen en bespreek de voordelen hiervan.

Haarverzorging

Was je haar regelmatig om het schoon te houden. Borstel of kam je haar dagelijks om klitten te voorkomen.

Bespreek hoe vaak leerlingen hun haar zouden moeten wassen en hoe ze hun haar goed kunnen verzorgen.

Nagelverzorging

Houd je nagels kort en schoon om de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen. Knip je nagels regelmatig en was je handen na het knippen.

Bespreek hoe leerlingen hun nagels goed kunnen verzorgen en waarom dit belangrijk is.

Kleding en persoonlijke spullen

Verander je kleding en ondergoed dagelijks om zweet en vuil te verwijderen. Was je persoonlijke spullen zoals handdoeken en washandjes regelmatig.

Bespreek het belang van het wassen van kleding en persoonlijke spullen en hoe vaak leerlingen dit zouden moeten doen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.