Hoofdstuk 7 - paragraaf 1-4 (oefenopdracht)

SO 
Hoofdstuk 7 - Paragraaf 1 - 4
WELKOM KLAS MAVO 2
Aardrijkskunde
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

SO 
Hoofdstuk 7 - Paragraaf 1 - 4
WELKOM KLAS MAVO 2
Aardrijkskunde

Slide 1 - Slide

H7 Landen in Europa
Heel veel succes!
  • Je hebt 30 minuten voor dit SO
  • Je mag je boek gebruiken. 
  • Er zijn in totaal 30 vragen.
  • Ben je klaar?  Maak dan in stilte de LearnBeat opdrachten H7.4  1 t/m 3 + 5, 6 en 7!

Slide 2 - Slide

Vanaf welke hoogte noemen we een berg een hooggebergte?
A
500 meter
B
1000 meter
C
1500 meter
D
5000 meter

Slide 3 - Quiz

Wanneer is er sprake van natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Als er meer geboortes zijn dan sterfte in een land
B
Als er meer sterfte is dan geboorte in een land
C
Als er meer mensen komen wonen, dan er vertrekken
D
Als er meer mensen vertrekken dan er komen wonen

Slide 4 - Quiz

Welke bewering klopt?
A
Frankrijk is een eenheidsstaat
B
Duitsland is een eenheidsstaat
C
De Duitse hoofdstad is Munchen
D
Parijs ligt in Zuid-Frankrijk

Slide 5 - Quiz

Waar mogen Duitse deelstaten zelf over beslissen?
A
Defensie en welke vreemde taal op school
B
Buitenlandse zaken en de aanleg van een fietspad
C
Handel met Rusland en de aanleg van een fietspad
D
De aanleg van een fietspad en welke vreemde taal op school

Slide 6 - Quiz

Wat is geen beroep uit de eerste sector?
A
Boer
B
Visser
C
Ambtenaar
D
Mijnwerker

Slide 7 - Quiz

Wat is geen beroep uit de tweede sector?
A
Lasser
B
Chauffeur
C
Bouwvakker
D
Bakker

Slide 8 - Quiz

Wat is geen beroep uit de derde sector?
A
Veehouder
B
Leraar
C
Ambtenaar
D
Winkelier

Slide 9 - Quiz

In welke sector werken veel mensen als een land arm is?
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
D
Alle drie

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het grootste Duitse industriegebied?
A
Munchen
B
Ruhr-gebied
C
Berlijn
D
Elbe

Slide 11 - Quiz

Wat is het Ruhr-gebied?
A
Frans ski-gebied
B
Duits industriegebied
C
Vakantiepark in Oostenrijk
D
Duits natuurgebied

Slide 12 - Quiz

Waarom ontstond industrie vroeger veel bij mijnbouw?
A
Omdat daar veel mensen woonden
B
Dat zat dichtbij een haven
C
De grondstoffen uit de mijnen waren zwaar en moeilijk te verplaatsen
D
Omdat daar de markt ook zat

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van EGKS?
A
Engelse Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Europese Gemeenschap voor Kaas en Soep
D
Europese Gemeenschap voor Kanonnen en Staal

Slide 14 - Quiz

Er zijn 25 landen lid van de Europese Unie.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

In de Europese Unie zijn er gemeenschappelijke regels.
A
onjuist
B
juist

Slide 16 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van de EU?
A
Zorgen voor vrede en oorlog
B
Zorgen voor vrede en welvaart
C
Zorgen voor economische groei
D
Zorgen voor vrede en toerisme

Slide 17 - Quiz

Door welk akkoord mogen mensen vrij reizen tussen de EU-landen?
A
Akkoord van Maastricht
B
Akkoord van Berlijn
C
Akkoord van Rome
D
Akkoord van Schengen

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel van het EU-bestuur wordt door alle burgers gekozen?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Ministers
D
Europees Hof van Justitie

Slide 19 - Quiz

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Wanneer werd de EGKS opgericht?
A
1945
B
1950
C
1951
D
1985

Slide 21 - Quiz

Nederland is 1 van de oprichters van de Europese Unie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Welke zes landen richten de EGKS op?
A
Nederland, Duitsland, Frankrijk, Belgie, Luxemburg, Italië
B
Nederland, Zweden, Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Finland
C
Belgie, Frankrijk, Spanje, Luxemburg, Portugal, Italie
D
Polen, Roemenie, Bulgarije, Kroatie, Turkije en Servie

Slide 23 - Quiz

Welk land verliet in 2021 de EU?
A
Noorwegen
B
Rusland
C
Turkije
D
Groot-Brittannië

Slide 24 - Quiz

Juist of onjuist? Alle landen van Europa zijn ook lid van de Europese Unie?
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Wie bedenken wetten binnen de EU?
A
Het Europees Parlement
B
De Europese Commissie
C
De Raad van Ministers
D
Dat mag iedereen doen

Slide 26 - Quiz

Niet alle Europese landen zijn lid van de Europese Unie.
Welk land is geen lid?
A
Cyprus
B
Litouwen
C
Slovenië
D
Zwitserland

Slide 27 - Quiz

Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
A
Mainport
B
Europese unie
C
Schengenlanden
D
Infrastructuur

Slide 28 - Quiz

Juist of onjuist? Alle landen in Europa zijn Schengenlanden?
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Waarom is een goede infrastructuur belangrijk voor de Europese Unie?
A
dit is goed voor de economie
B
dit ziet er mooier uit
C
dit is niet zo heel erg belangrijk
D
dit zorgt voor meer veiligheid

Slide 30 - Quiz

Als ik met een Duits paspoort in Frankrijk wil wonen en werken mag dat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

1. Binnen de EU wordt .... samengewerkt
2. Daardoor .... de welvaart
3. .... landen van de EU zijn schengenlanden.
Blijft over
meer
minder
stijgt
daalt
bijna alle
alle

Slide 32 - Drag question

Vergeet niet je SO in te leveren. De docent weet direct je cijfer. 

Ben je klaar? 
Maak dan in stilte de LearnBeat opdrachten 
H7.4 1 t/m 3 + 5, 6 en 7!
Einde van SO

Slide 33 - Slide