14. K2.2+sein/haben +zelfst nw vervangen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

STARTOPDRACHT

Aufgabe eins, Seite vierundfünfzig

Wiederholung

 Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

 Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Woche: vierundvierzig

Aan het einde van dit lesuur:

1. heb je kennisgemaakt met het meisjes WG

2. kun je een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord

3. kun je zijn en hebben vervoegen

1. heb je kennisgemaakt met het meisjes WG

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Was

Wer

Wie

Wann

Warum

: Aufgabe drei, Seite neunundvierzig

: Schüler selbständig

: im Buch

: vier Minuten

: topo van Duitsland leren kennen

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Was

Wer

Wie

Wann

Warum

: Aufgabe vier, Seite fünfzig

: Schüler selbständig

: im Buch

: vier Minuten

: topo van Duitsland leren kennen

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

2. kun je een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Guido =

Celine = 

Liva en Mats =

Ik en Lois =

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

de man =

de vrouw =

het boek =

de kinderen =

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

• Mannelijk = er = der 
• Vrouwelijk = sie = die 
• Onzijdig = es = das 
• MeerVoud = sie = die 

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

• der = er = M
• die = sie = V 
• das = es = O
• die = sie = MV 

Was

Wer

Wie

Wann

Warum

: Aufgaben neun und zehn, Seite  achtundfünfzig

: Schüler selbständig

: in dem Buch

: fünf Minuten

: grammatica is het cement van taal

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

3. kun je zijn en hebben vervoegen

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

(zijn) Ich___ein Junge.

(hebben) Du___viel Geld.

(zijn) Hans___dumm.

(hebben) Petra___hunger.

(hebben) ___ihr Zeit?

(zijn) ___wir zufrieden?

	zijn	hebben
ich	bin	habe
du	bist	hast
er/sie/es	ist	hat
wir	sind	haben
ihr	seid	habt
sie/Sie	sind	haben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Deze les leerde je:

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Hausaufgaben:

Machen: woorden Lektionen eins und  zwei in het schrift schrijven